Waar waren de juristen internationaal milieurecht?

Stikstof deniers zijn inmiddels op tal van plaatsen tot bloei gekomen en ik zie regelmatig dingen staan die ik nooit vermoed zou hebben (en volgens mij ook niet altijd waar zijn).

Een van de dingen waar mijn oog op viel was de bijdrage van Chris Schoneveld op Climategate.nl, die zeker wist dat de Duitse drempelwaarde om een vergunning voor een project 100 gram/hectare/ per jaar zou bedragen.

Ik dacht dat die afkapgrens hoger lag en volgens de jurisprudentie die ik heb gevonden is dat lijkt ook zo te zijn. Maar ik had geluk.
In mijn speurtocht naar de Duitse stikstofgrens liep ik aan tegen de casus ECLI:DE:BVerwG:2019:150519U7C27.17.0 (BVerwG 7 C 27.17). In deze uitspraak gaat de Duitse Raad van State (het Bundesverwaltungsgericht), op 15 mei 2019, dus ongeveer tegelijkertijd met onze Raad van State (die was twee weken later), in op de bijzondere Europese PAS-uitspraak over stikstof in Nederland.

Het gerechtshof in Münster had, wellicht naar aanleiding van de rechtspraak van de Nederlandse buren, namelijk besloten dat de al jaren bestaande Duitse stikstofnorm van 0,3 kg N per hectare per jaar, naar beneden bijgesteld moest worden. Het “OVG Münster” meende dat de stikstofnorm wel op 0,5% van de kritische depositie waarde gesteld moest worden. Dit ook met het oogmerk op de cumulatie van stikstof in de atmosfeer.

Nu is dat nog steeds veel hoger dan de Nederlandse norm. Maar het oordeel van deze rechtbank werd door het Bundesverwaltungsgericht nadrukkelijk verworpen, waarbij dus ook inhoudelijk wordt ingegaan op de PAS-uitspraak van het Europese Hof. U weet wel, dat is de Europese uitspraak waarin is gesteld dat wij, door de Europese habitatrichtlijn, ten aanzien van stikstof ‘op slot moeten’, volgens de Raad van State.

Maar het Bundesverwaltungsgericht komt toch met een hele andere lezing (ik citeer de uitspraak even in het Engels, juridisch Duits is vrij onleesbaar):
“40(3) The CJEU judgment of 7 November 2018 – C-293/17 [ECLI:EU:C:2018:882], Raad von State – on the Dutch “offsetting model” for nitrogen assessment in Natura 2000 sites, does not state that the cut-off criterion of 0.3 kg N/(ha•a) is incompatible with the requirements of EU law under article 6 (3) of the Habitats Directive.
The proceedings concerned a different concept (see BVerwG, judgment of 27 November 2018 – 9 A 8.17 – (…)). The CJEU judgment was based on a Dutch national programmatic approach to tackling nitrogen deposition in Natura 2000 sites, which should at the same time enable the maintenance or development of economic activities by considering half of the projected reduction in nitrogen deposition as a “room for deposition” for new economic activities. In this context, an additional nitrogen load of 1 mol/ha•a is standardised as the threshold for an exception from the individual approval requirement.

41 This value, which is significantly lower than the cut-off value of the BASt Report 2013, but also compared to the cut-off value assumed by the Higher Administrative Court, is an arithmetical figure that can be explained by the design of the programme. It is based on the premise that, as a result of certain measures, nitrogen loads will decrease in the future to a certain calculated extent. The Dutch model represents a management programme which, as part of a programmatic global assessment, “coordinates” nitrogen inputs by determining, on the basis of a prior assessment, a certain amount of nitrogen that can be deposited in the protected site concerned.
Within the framework of this model, the contribution to nitrogen deposition of the emission sources that the user inputs into the system is calculated, thus determining whether the project will have a significant effect on an Habitats Directive site (CJEU, judgment of 7 November 2018 – C-293/17 – para. 30 to 39 and 104, 112).
With such a purely arithmetical model approach, which furthermore assumes a reduction of nitrogen inputs through site management measures, it is system-compatible to include even small contributions that can only be determined arithmetically. These values are not comparable with the cut-off values, which are recognised as the best scientific knowledge in the established jurisprudence of the Federal Administrative Court.”

Het Bundesverwaltungsgericht geeft dus de schuld aan onze programmatige aanpak zelf (de PAS). We moesten wel ook zeer kleine bijdragen aan de stikstofdepositie meenemen, omdat dit de basis zou zijn voor de vergunningverlening in de toekomst.
Maar wanneer we dat gewoon niet hadden gedaan, hadden we (van Europa) best kunnen kiezen voor een hogere stikstofnorm (zoals de Duitse “Abschneidewert” van 0,3 kg N/(ha*a)), volgens de volgende overwegingen:

“38(2.4) The fact that sites below the detection limit of 0.3 kg N/(ha•a) are not taken into account in the assessment of the implications for the site under the Habitats Directive, even if several projects are to be implemented in a close spatial context, is not objectionable against the background of the precautionary principle under EU law. The cut-off criterion takes this into account by using a value that is clearly below the detection limit and thus itself already shifts the consideration of the impacts of the project into a hypothetical range and therefore, as a precaution, considerably enlarges the assessment area to be included. The fact that the cut-off value used of 0.3 kg N/(ha•a) is far below a safe cause-effect relationship is also illustrated by the circumstance that most experimental scientific studies on the effects of additional nitrogen inputs on vegetation work with nitrogen releases in steps of at least 5 to 10 kg N/(ha•a) (…).

39(2.5) The view of the Higher Administrative Court that a reduction of the cut-off value is necessary in view of the special cases in which the cut-off value of 0.3 kg N/(ha•a) is equal to or even above the 3% de minimis threshold cannot be endorsed either. Even for habitat types with very low critical loads, purely theoretical concerns are not sufficient to justify the denial of approval for a project. The lack of ability to validate modelled inputs and the lack of distinctness from random variations in the background level does not change in these cases either.”

Misschien voor de Nederlandse vakbroeders (die blijkbaar moeite met dit soort van overwegingen hebben) nog even de laatste zin in het Duits, om te laten zien dat het geen vertaalfout is:

“Auch für Lebensraumtypen mit sehr niedrigen Critical Loads genügen rein theoretische Besorgnisse nicht, um einer Vorhabenzulassung entgegengehalten werden zu können. An der fehlenden Validierbarkeit modellhaft ermittelter Einträge und der fehlenden Unterscheidbarkeit von zufälligen Variationen der Hintergrundbelastung ändert sich auch in diesen Fällen nichts.”

Nederlandse interpretatie

Het is waarschijnlijk toch ook een goed idee om die laatste zinnen van deze uitspraak ook even in het Nederlands te doen, dus ook voor journalisten van het NOS en ook vakjuristen met een hele alternatieve werkelijkheid (zie link), die in diverse vormen de afgelopen jaren steeds terug komt bij de ‘groene journalistiek’:

“Waarom gebruiken we in Nederland niet de ruime Duitse normen voor stikstof? Dat vroegen de boeren en Kamerlid Thierry Baudet vorige week bij de demonstratie in Den Haag. Ook in de Tweede Kamer zijn hierover vragen gesteld. Dan zouden we minder problemen hebben, kunnen boeren investeren en kunnen we weer woningen bouwen in de buurt van Natura 2000-gebieden. Is dat mogelijk?

Het korte antwoord is ‘nee’, want Nederland is niet met Duitsland te vergelijken. De ruime Duitse norm is mogelijk omdat het een heel ander land is, met grotere natuurgebieden en minder stikstof-producerende activiteiten daaromheen. Die zijn gemiddeld ook nog eens verder verwijderd van de natuurgebieden. De Duitse natuur is er veel beter aan toe dan in ons land.

Daardoor is de stikstofdepositie in een natuurgebied een minder groot probleem: de ‘verdunning’ is er groter. In Duitsland is een stikstofvergunning pas nodig als door een nieuwe activiteit meer dan 7 mol stikstof (=100 gram) per hectare per jaar neerslaat in een natuurgebied. Veel meer dus dan de 0,05 mol die in Nederland gold totdat de Raad van State, eind mei, de Nederlandse aanpak verbood.

“Daar komt bij dat er in Duitsland nog nooit iemand naar de rechter is gestapt om de regeling aan te vechten”, vult advocaat Paul Bodden, gespecialiseerd in milieu en omgevingsrecht, aan. Als dat wel zou gebeuren is de kans aanzienlijk dat hij moet worden aangepast.”

Paul Bodden, inderdaad (nog steeds) de stikstofexpert is van Hekkelman advocaten (toch geen klein advocatenbureau in Nederland), die hier als autoriteit werd gepresenteerd, had dus geen flauw idee van de grote zaak in Duitsland, nog geen vijf maanden vóór het desbetreffende interview.

Nee, het heeft daar allemaal helemaal niets mee te maken volgens de hoogste Duitse rechtbank:
“Zelfs voor habitattypen met een zeer lage kritische belasting bieden puur theoretische bedenkingen onvoldoende juridische basis om een project goed te keuren, dan wel af te wijzen. Het gebrek aan vermogen om gemodelleerde inputs te valideren en het gebrek aan onderscheid van willekeurige variaties in het achtergrondniveau verandert ook in deze gevallen niet.”

Het is natuurlijk een lastige frase: “vermogen om gemodelleerde inputs te valideren”. Maar ik had dit toch graag eerder geweten. Ik denk een aantal (dissidente) politici ook wel. Maar het is me dus een raadsel waarom deze uitspraak nooit eerder is opgevallen bij onze juristen die toch ook wel eens over de landsgrenzen heen zullen kijken.
Het aura van onkreukbare integriteit inzake stikstof, dat is toch al eerder van de Raad van State afgevallen? Er is van Europa blijkbaar helemaal geen programmatische aanpak voor stikstof nodig om tot een hogere stikstofnorm te komen. Je kunt ook gewoon zeggen dat theoretische bedenkingen onvoldoende basis zijn om een project af te keuren.


Geplaatst

in

door

Tags: