Voor degenen die het hebben gemist: in Glasgow is vanmiddag de VN-klimaattop geopend:
“In zijn openingstoespraak riep voorzitter Sharma de internationale gemeenschap op om samen te werken tegen de gevolgen van klimaatverandering. Volgens Sharma is de top ‘de laatste en beste kans om de 1,5 graad binnen handbereik te houden.“, aldus het AD.
De enorme media-aandacht voor dit spektakel heeft mij eerlijk gezegd nu al een beetje klimaat-moe gemaakt. Want we kunnen misschien al wat voorspellen over wat er gaat gebeuren?
Het is dan misschien handig om te kijken naar wat er ten aanzien van het klimaat werd besproken bij de G20-bijeenkomst eerder deze week.
In het eerder aangehaalde AD-bericht kunnen we immers ook lezen:
“Eerder dit weekend kwamen de leiders van de G20 (de negentien grootste economieën en de Europese Unie) al samen. Daar werden ze het erover eens dat er alles aan gedaan moet worden om de temperatuurstijging te beperken tot 1,5 graad Celsius. Volgens de bronnen hebben de leiders een tekst goedgekeurd die verder gaat dan wat is afgesproken tijdens de klimaatconferentie van 2015. De wereldleiders spraken toen af de stijging van de gemiddelde temperatuur op aarde aan het einde van de eeuw te beperken tot ruim onder de 2 graden, het liefst tot hooguit 1,5 graad.
De G20-landen hebben afgesproken de financiering van de vuilste soort kolencentrales in het buitenland volledig te stoppen. Dat staat in een voorlopige versie van een gezamenlijke verklaring die persbureaus AFP en Bloomberg hebben ingezien. Aan het einde van dit jaar moeten al die investeringen stoppen.”
Dus, we gaan de stijging van de gemiddelde temperatuur aan het einde van deze eeuw beperken tot ruim onder de twee graden en daarvoor gaan we niet langer de vuilste soort kolencentrales -in het buitenland- bouwen.
Dat is heel erg, maar als dat ervoor nodig is, dan is dat misschien nog niet zo moeilijk…
The 26th UN Climate Change Conference of the Parties (COP26)
De Glasgow-top is te zien als een opvolger van de succesvolle bijeenkomst in Parijs, zes jaar geleden en twaalf jaar nadat een VN-top in Kopenhagen totaal mislukte. Het klimaatakkoord van Parijs was wel veel lichter van opzet dan de klimaatdeal die oorspronkelijk in Kopenhagen gesloten had moeten worden.
Onze ‘klimaatdiplomaat’ Yvo de Boer legt uit tegen NU.nl:
“We hebben na Kopenhagen de overstap gemaakt van bindende naar vrijwillige klimaatdoelen. Dat is gelijk de voornaamste reden dat het nu ontbreekt aan effectieve klimaatdiplomatie: landen die te weinig doen ondervinden daar geen gevolgen van.”
Australië is een duidelijk voorbeeld. Het land heeft een bijzonder hoge uitstoot per inwoner, exporteert steenkool en probeert op klimaattoppen al jarenlang afspraken tegen te houden. Waar voor de klimaattop van Glasgow van alle landen werd gevraagd ambitieuzere klimaatdoelen voor 2030 in te dienen, diende Australië zijn oude, zwakke klimaatdoel opnieuw in.
“Binnen het Parijsakkoord heeft dit voor Australië geen politieke gevolgen”, zegt De Boer.”
Maar zonder bindende klimaatdoelen zal het toch lastig zijn om de ‘beperkte opwarming van 1,5 graden’ te halen nu de wereldwijde uitstoot van kooldioxide momenteel met recordsnelheid stijgt (zie ook mijn vorige blog)? Of ben ik dan te cynisch?

Hoopvol?
Door de berichtgeving van de afgelopen weken, is er toch alle aanleiding voor om te blijven hopen op een ‘beperkte opwarming’, ondanks de blijkbaar wereldwijd steeds verder oplopende uitstoot van kooldioxide.
De opwarming met 1,5 graden door de uitstoot van broeikasgassen is een berekende waarde. Uiteraard gedaan op basis van slimme rekenprogramma’s.
Maar de afgelopen dagen zijn er een aantal studies gepubliceerd, waaruit blijkt dat het laatste woord over deze vorm van berekende opwarming nog niet is gezegd.
Ondanks het steuntje in de rug, gegeven door het verlenen van Nobel-prijzen aan klimaat-modelmakers Yukuro Manabe en Klaus Hasselmann, staat het ambacht ‘klimaat-modelleren’ meer dan ooit onder druk.
Steven Kroonin liet in zijn onlangs verschenen boek al optekenen dat klimaatmodellen keer op keer te veel opwarming berekenen. Maar bovendien simpelweg falen omdat zij de invloed van de CO2 op het klimaat niet kunnen bepalen.
Ik heb er in een aantal vorige blogs al naar verwezen en de Zwitser A. Reichmuth (het artikel is achter een betaalmuur, maar vertaald overgenomen op https://notrickszone.com/2021/10/30/swiss-analysis-climate-models-running-too-warm-falsely-calibrated-ipcc-needs-to-review-its-findings/) trekt uit de (peer reviewed) studie van Vahrenholt and Dübal, over het gegeven dat niet CO2, maar een afnemend wolkendek verantwoordelijk is voor de opwarming van de afgelopen jaren, de conclusie dat de rekenmodellen van het IPCC in dat geval niet kunnen kloppen:
“The study results of the two German researchers contradict the claims of the Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC), according to which the observed warming occurred solely because the proportion of long-wave radiation reflected back to Earth from the atmosphere increased (due to the stronger greenhouse effect).
The IPCC attributes 100 percent of the warming to this enhanced greenhouse effect – but justifies it with model calculations rather than real data.
To date, it is unclear what is causing the observed cloud thinning. (…) However, Vahrenholt and Dübal emphasize: “The warming of the last 20 years was caused more by changes in clouds than by the classical greenhouse effect.”
The Intergovernmental Panel on Climate Change is thus challenged to review its findings.”

Nu zal het IPCC niet zo snel deze handschoen opnemen, maar misschien dat het artikel van Francis Menton (te vinden op: https://www.manhattancontrarian.com/blog/2021-10-28-the-climate-is-warming-and-human-activities-are-the-cause-how-exactly-do-we-know-that) toch ook bij een groter publiek te denken zal geven. Hierin wordt gerapporteerd over de methodiek van het model-maken en in het bijzonder, wat daarmee mis is:
“Het laatste rapport van het IPCC van de VN, bekend als “Assessment Report 6” of “AR6”, kwam begin augustus uit, volgeladen, zoals al opgemerkt, met de ene verklaring na de andere over “hoog vertrouwen” in de toeschrijving van klimaatveranderingen en rampen aan menselijke invloeden. In de paar maanden daarna hebben een paar statistici gereageerd die echt weten wat ze doen.
Op 10 augustus, vlak na het verschijnen van AR6, kwam Ross McKitrick – een econoom en statisticus aan de Universiteit van Guelph in Canada [en gekend hockeystick-bestrijder, EJ]- met een artikel in Climate Dynamics getiteld “Checking for model consistency in optimal fingerprinting: a comment.”
Op 22 oktober publiceerde de Global Warming Policy Foundation twee rapporten over hetzelfde onderwerp, het eerste van McKitrick getiteld “Suboptimal Fingerprinting?”, en een tweede door de statisticus William Briggs met de titel “How the IPCC Sees What Isn’t There.”
De drie genoemde artikelen hebben verschillende technische moeilijkheidsgraden, waarbij McKitricks artikel van augustus in Climate Dynamics zeer technisch is en niet voor bangeriken. (Hoewel ik dit spul zelf op de universiteit heb bestudeerd, was dat 50 jaar geleden, en ik kan niet beweren dat ik vandaag alle details kan volgen). Maar zowel de McKitrick- als de Briggs oktober-artikelen zijn wel toegankelijk voor de leek.
En hoe dan ook, de fundamentele fout van alle inspanningen van het IPCC om beweerde ‘attributie’ te verkrijgen, is niet moeilijk te begrijpen. In eenvoudige bewoordingen hebben ze de (gewenste) conclusie als uitgangspunt aangenomen en vervolgens geprobeerd dat feit te begraven in een sneeuwstorm van zeer technische, statistische ‘mumbo jumbo’.
(…)
Van de drie gelinkte artikelen is die van Briggs het gemakkelijkst te begrijpen voor een leek, en als je een van de drie gaat lezen, is dat degene die ik zou aanraden. Hier is hoe Briggs hetzelfde concept uitdrukt dat ik zojuist heb beschreven:
Alle attributiestudies werken rondom hetzelfde basisthema.
Een model van het klimaat zoals het niet bestaat, maar waarvan wordt beweerd dat het weergeeft hoe het klimaat eruit zou zien als de mensheid er niet ‘zich mee had bemoeid’, wordt vele malen uitgevoerd.
De output van deze runs wordt onderzocht op een ‘slechte’ of ‘extreme’ gebeurtenis, zoals hogere temperaturen of een groter aantal orkanen die aan land komen, of regenval die een bepaalde hoeveelheid overschrijdt. De frequentie waarmee deze slechte gebeurtenissen in het model voorkomen, wordt genoteerd.
Vervolgens wordt een model van het klimaat zoals het nu zou bestaan (de ‘echte’ wereld) vele malen gedraaid. Dit model geeft de opwarming van de aarde weer. De frequenties van dezelfde slechte gebeurtenissen in het model worden opnieuw genoteerd. Vervolgens worden de frequenties tussen de modellen vergeleken. Wanneer het model van het huidige klimaat een grotere frequentie van de slechte gebeurtenis heeft dan het denkbeeldige (zogenaamde ‘contra-feitelijke’) klimaat, wordt gezegd dat de gebeurtenis wordt veroorzaakt door de opwarming van de aarde, geheel of gedeeltelijk.
Met andere woorden, de “attributie”-studie bestaat uit het ongeldig verklaren van een nulhypothese (geen invloed) op een ‘verzonnen’ model-wereld (zonder aantoonbaar verband met de echte wereld), zoals deze zou hebben bestaan zonder menselijke invloeden.
De mensen die deze denkbeeldige modellen maken, kunnen er natuurlijk alle kenmerken in bouwen die ze willen, zodat het resultaat van hun onderzoek een ‘attributie’ van de ‘echte wereld’, beïnvloed door menselijk handelen, zal zijn.
Waarom iemand enig geloof zou hechten aan dit alles is mij een raadsel.
Tussen haakjes, er zijn honderden en honderden van deze “attributie”-onderzoeken, die allemaal dezelfde nutteloze werkwijze volgen. Zou het echt kunnen dat de honderden “wetenschappers”, die deze dingen produceren, zich hiervan niet bewust zijn en/of de fundamentele logische fout niet kunnen waarnemen?”
– Momenteel lees ik het boek van Joris Luytendijk “Het kan niet waar zijn”, een speurtocht naar de oorzaken van de beurskrach in 2007. een aanrader. Hierin worden een groot aantal legitieme redenen neergeschreven over waarom een duidelijke logische denkfout niet noodzakelijkerwijs leidt tot de gepaste actie. –
Ik zal u de uiteenzetting over de twee McKitrick-papers besparen, omdat deze wel heel technisch zijn (liefhebbers verwijs ik graag naar: https://judithcurry.com/2021/08/18/the-ipccs-attribution-methodology-is-fundamentally-flawed/), maar de samenvatting van Menton spreekt dan wel weer klare tekst:
“Hoe dan ook, als je bijvoorbeeld leest dat wetenschappers hebben aangetoond dat de ernst van het orkaanseizoen van het afgelopen jaar, te wijten is aan de uitstoot van broeikasgassen door de mens, dan zou je kunnen dat je jezelf gaat afvragen, hoe kunnen ze dat weten? Ze kunnen immers onmogelijk weten hoeveel en hoe hevig de orkanen zouden zijn geweest zonder de uitstoot van broeikasgassen.
Nou, je weet nu hoe het wordt gedaan. Er wordt gewoon een denkbeeldige wereld verzonnen, om een stroman-nulhypothese te creëren, en daarmee het resultaat te krijgen wat zij willen van de AT99 ‘attributie’-methodologie.’
Kun je het zien?
Het is eigenlijk koren op de molen van Patrick Moore, mede-oprichter van Greenpeace, maar nu spijtoptant. Hij schreef onlangs het boek: ‘Fake invisible catastrophes and threats of doom’.
In de boekbespreking ophttps://wattsupwiththat.com/2021/10/29/book-review-patrick-moore-fake-invisible-catastrophes-and-threats-of-doom/ kunnen we het volgende lezen:
“Moore reveals an interesting insight at the start of the book. Instead of going straight into a set-piece analysis of factors supposedly contributing to, or ‘proving’, the human caused global warming hypothesis, he poses a question. He asks the reader to ponder why it is that so many of the so-called proofs of the warming hypothesis are based on things that are either invisible or inaccessible to the average person. In the invisible category he cites carbon dioxide and radiation and in the remote category he cites Polar Bears and coral reefs. As average people find it hard to carry out a Polar Bear count, they are forced to rely on, and trust, the ‘experts’ who have the financial backing and incentive to perpetuate the story.”
Ik kan hierop doorgaan, maar de auteur zelf geeft op: https://www.youtube.com/watch?v=TnJ3qhLAWC0 een leuke samenvatting van zijn bevindingen.
De klimaatmodellen zijn natuurlijk een uitstekende illustratie van het punt wat Moore wil maken. Volstrekt ontoegankelijk, volstrekt mysterieus en volstrekte doem…
Het is eigenlijk een serieuze zaak dat we op het punt staan om inderdaad een grondige hervorming van ons economisch stelsel door te voeren (‘de energie-wende’), op basis van zaken die we niet kunnen zien en waarbij we ons blind staren op computermodellen die vooral op basis van hun onbegrijpelijkheid de weg van de toekomstige economie wijzen. Waar zagen we dat eerder? Is het toeval dat McKitrick econometrie doceert?

Geef een reactie