Volgens het nieuwsbericht van het NOS “Ook de duinen lijden flink onder stikstof” van 21 mei 2021, hebben ook de duinen van Nederland flinke problemen met de hoeveelheid stikstof in de Nederlandse lucht. In het artikel wordt onder meer aangegeven: “Zo wordt in de duinen bij Bloemendaal voortdurend gewerkt om de gevolgen van te veel stikstof in natuurgebieden aan te pakken. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om het aanleggen van stuifplekken of het afplaggen van de bodem. Ook worden exoten weggehaald, plantensoorten die hier van oudsher niet horen, maar het als gevolg van de overdaad aan stikstof in de lucht zo goed doen dat ze gaan woekeren.”
Ecoloog Dick Groenendijk van het waterwinbedrijf PWN (de terrein-beherende instantie) weet het zeker: “Als bepaalde planten en dieren verdwijnen, dreigt het systeem verstoord te raken. Van alle oorzaken die leiden tot achteruitgang van de natuur in duingebieden is stikstof de belangrijkste, het grootste probleem.”
Het is een wat vreemde stellingname. Het is namelijk zo dat het duinengebied, volgens de Nederlandse stikstofverspreidingsmodellen (zie link), eigenlijk nauwelijks wordt belast door stikstof. De ‘vermestende depositie” boven Bloemendaal is volgens deze modellen, minder dan 1000 mol (14 kg) stikstof per hectare per jaar. Hierdoor wordt de zgn. “Kritische depositiewaarde” voor de meeste habitatgebieden in de duinen helemaal niet gehaald! Logisch ook omdat de overheersende windrichting in Nederland westelijk is en de stikstof dus vanuit de Noordzee moet komen.
Het was interessant geweest om te horen waardoor stikstof dan toch zo’n probleem is. Het is dan ook jammer dat de rest van het artikel gaat over de verspreiding van invasieve exoten (vogelkers), wat eigenlijk heel weinig met de stikstofproblematiek heeft uit te staan.
Volgens Wikipedia werd de Amerikaanse vogelkers in de jaren twintig als zogeheten ‘vulhout’ in naaldhoutaanplantingen (in het duinengebied) toegepast. De struik zou de humus verbeteren en dwingt door de schaduwwerking de dennen tot hoogtegroei: “Begin jaren vijftig viel het Staatsbosbeheer echter op, dat de Amerikaanse vogelkers plaagvorming vertoonde; waar de struik was aangeplant zaaide hij zich al te voorspoedig uit. Staatsbosbeheer, spoedig nagevolgd door andere natuurbeheerders, besloot om niet meer aan te planten, maar de soort voortaan te bestrijden.”
We kunnen concluderen dat de bestrijdings-aanpak weinig voorspoedig is verlopen. Maar we hebben het hier dus over de jaren vijftig, ver voor de stikstofemissies en -deposities, als gevolg van moderne landbouwmethodes, als probleem werden gezien.
Het is dan ook nogal een raadsel waarom nu opeens stikstof nu opeens de grote boosdoener is, en waarom de bestrijding van invasieve exoten niet gewoon onder regulier beheer kan worden geschaard (zie link). De duinen werden immers van oudsher beheerd door arme boeren die feitelijk roofbouw pleegden op hun grond (wel oogsten, niet bemesten) en daarmee prachtige stukken natuur creëerden. Wanneer deze natuur in stand moet worden gehouden, als gevolg van de eisen van de natura2000 regelgeving, moet daar het ‘passende beheer’ worden gevoerd, maar dat is helaas erg kostbaar geworden.
Op zichzelf is dit natuurlijk erg jammer, maar niet echt de ramp die het NOS hiervan maakt. Toch zou het wel zo sportief zijn geweest van de terrein-beherende instanties om dan niet stikstof, maar de eisen van natura2000 regelgeving de schuld te geven van de kosten (“tientallen miljoenen euro’s in de afgelopen tien jaar”) die instandhoudingsbeheer met zich meebrengt.
Het zou helemaal geweldig zijn als ecologen zich iets meer gingen interesseren voor de stikstofproblematiek zelf, voordat de voor de hand liggende zondebok (stikstof) als “het belangrijkste, het grootste probleem” wordt aangewezen. De beroepsgroep heeft het al moeilijk genoeg…
Geef een reactie