Roos Vonk heeft op bnn/vara een vernietigend artikel geschreven over de onderstaande tweet van Caroline van der Plas.
Het is inderdaad een wel heel summier bericht, maar kreeg nogal wat views, dus besloot Roos Vonk, onder de kop: “Caroline van der Plas vertelt kwalijke sprookjes over ganzen” hier wat dieper op in te gaan. Mevrouw Vonk is hoogleraar psychologie en schreef onlangs een boek over zelfbedrog:
“Onder de hashtag #ganzenpoepgate ontdekte ik dat dat aanzienlijk meer is (de emissie van 1 koe komt overeen met 65 ganzen). Bovendien zijn er pakweg tien keer zoveel koeien als ganzen in Nederland (4 miljoen vs. 400.000). De mestproductie van grauwe ganzen is geschat op zo’n 0,1 promille van het totaal en de stikstofdepositie van ganzen is in het algemeen vele malen lager (factor 25) dan de kritische drempelwaarden in stikstofgevoelige gebieden. (…)
Boeren en BBB’ers doen vaak alsof stedelingen niet weten waar ze het over hebben. Maar als ík dit snap, waarom boeren en hun vertegenwoordigers in de politiek dan niet?”
Nu is het fijn dat mevrouw Roos zich flink heeft ingelezen en o.a. passages citeert over mijn favoriete RIVM onderzoek (zie link en link), in dit geval via de omweg van de WUR website.
Maar het wil er blijkbaar maar niet ingaan dat stikstof emissie nogal wat anders is dan stikstof depositie. Het probleem van ganzen is dat ze vliegen van voedselrijke boerenland-gronden om te overnachten op Natura2000 gebieden.
Dieren die in natura2000 gebieden wonen, eten en daar ontlasten zijn geen probleem, stikstof uit het gebied wordt gerecycled. Maar dat is wel iets anders bij ganzen die overdag de boerengronden kaalvreten en ’s nachts ontlasten in natura 2000 gebieden.
Een wilde gans poept eens per 6-12 minuten een keutel. Zo’n keutel weegt 4 gram en het stikstofgehalte van zo’n keutel is, volgens Dessborn (1982), ongeveer 2%. Per keutel dus 0,08 gram stikstof. Dat is dus net iets meer dan de stikstofnorm (0,005 mol/ha, ofwel 0,07 gram/ha) waaraan agrarisch Nederland zich heeft te houden.
Nog daargelaten dat Nederland ’s winters maar liefst (volgens Sovon, zie link) meer dan 2,5 miljoen ganzen telt en dat dit aantal de laatste jaren gestaag groeit, is het (volgens Dessborn) dus zo dat een groep van 10.000 ganzen zo ongeveer 1,09 ton stikstof per dag aan uitwerpselen deponeert.
Dat steekt nogal schriel af tegen de 70 milligram stikstof per hectare per jaar, die volgens onze stikstofdeskundigen al ‘significante effecten’ geeft.
Nou doen onze Natura 2000 gebieden het prima met die ganzen (vaak een van de redenen waarom een gebied uberhaupt deze status ooit heeft gekregen) dus dit is geen pleidooi voor afschot, maar het is wel een gevalletje “met twee maten meten”, met de goedkeuring val de belangrijkste stikstof deskundigen van het RIVM (die het oorspronkelijke rapport hebben geschreven).
Maar ja, wie vertelt er dan sprookjes…
Aanvulling 5/2/24
Tot voor kort was het natuurlijk ook niet echt hard te maken in hoeverre dit nu werkelijk ook procentueel gezien een bijdrage was die vergelijkbaar zou zijn met de aanwezige ‘stikstofdeken’ boven natura 2000 gebieden.
Met dank aan Sovon kan dat tegenwoordig wél, ook per Natura 2000 gebied. Omdat ik in de buurt woon, heb ik de gegevens voor Natura 2000 gebied ‘Rijntakken’ er maar eens bij gehaald (zie link).
In dit gebied slapen volgens deze tellingen: 181.083 kolganzen, terwijl er maar 42.821 dieren ook overdag bezig zijn met gras eten.
Dat betekent dus dat de 138.262 ganzen hun voer ‘elders’ verzamelen. Maar hiervan komt de poep wel in de rijntakken terecht.
Uitgaande van 1,09 ton per dag stikstof per 10.000 dieren die gedurende de winterperiode 5 maanden ’s nachts in het gebied verblijven, wordt dat dus 138.262/2 (nacht)*0,109 kg*150 nachten = 1.130.292 kg stikstof/jaar.
Het gebied is 23.047 ha groot. Uitgaande van een jaarlijkse gemiddelde depositie in Nederland van 1400 mol per hectare, wordt de gemiddelde achtergrond depositie van het hele gebied dus: 451.721,2 kg stikstof per jaar. Deze achtergrond depositie zou dus funest zijn voor de natuur van de Rijntakken. Maar toch is dat dus maar ongeveer 40% van de ganzenpoep.
Natuurlijk is het zo dat veel van de ganzenpoep met het water van de Rijn, Waal, IJssel wegspoelt, maar ja, dat zou met de stikstof van de achtergronddepositie ook zomaar eens het geval kunnen zijn (we weten het niet).
Ik zou in ieder geval niet meer met droge ogen durven te beweren dat de ganzenpoepjes, in de Nederlandse Natura 2000 gebieden, zorgen voor een verwaarloosbare bijdrage…