Het grijpt snel om zich heen; de ecopsychose. Jurriën Hamer schreef er in Trouw op 3 augustus een mooi stukje over. Enkele citaten:
“Naast corona grijpt deze zomer een nieuwe, zeer besmettelijke aandoening om zich heen: klimaatangst. Misschien heb je het al eens ervaren. Dat je de verschroeiende bosbranden in Siberië, Oregon en Turkije ziet en pijn in je buik krijgt. Dat je naar een donker wolkendek tuurt en denkt: waar breng ik de kinderen naartoe als de woonkamer onder water loopt? Dat je carrière maakt en geen vreugde voelt, maar zorgen. Want wat is het allemaal waard als straks de apocalyps voor de deur staat?
Klimaatverandering lijkt speciaal ontworpen om ons doodsbang te maken. Het maakt ons bang voor volgende week, omdat extreem weer zomaar op kan gaan steken. Het maakt ons bang voor over honderd jaar, omdat ons land dan misschien onleefbaar is. En het maakt ons overal bang (…)
Ik vraag me af of in alle sommetjes angst als kostenpost van klimaatverandering wordt meegenomen. Je hoort vaak dat de kosten van broeikasmitigatie en klimaatadaptatie verbleken bij de maatschappelijke prijs van nietsdoen. Maar houdt men dan ook al rekening met de decennia vol wanhoop die op ons wachten als we klimaatverandering niet binnen de perken houden? (…)
Demissionair premier Mark Rutte had tijdens de overstromingen in Limburg een gouden kans om te erkennen dat klimaatverandering hem ook erg verontrust en dat zijn nieuwe kabinet, wie er ook in zal zitten, alles zal doen om onze emissies drastisch terug te brengen. Maar hij vond het ‘niet passend’ om op dat moment stellige uitspraken te doen over het klimaat. Tsja, het was inderdaad passender geweest om vanuit het Torentje de natie toe te spreken en te vertellen dat de toekomst van Nederland op het spel staat. (..)
Je zou Rutte bijna, als zijn blik op een onbewaakt moment over de hemel glijdt, enige klimaatangst toewensen.”
Geef een reactie