De heimwee van/ naar links

De fusie tussen Groen Links en de PvdA lijkt al in kannen en kruiken. Een tegenbeweging van oude PvdA-coryfeeën onder leiding van Rob Oudkerk, maar gesteund door o.a. Gerdi Verbeet, Ad Melkert, Hans Spekman en Felix Rottenberg heeft voor zover ik kan zien alleen maar enkel sarcastische commentaren opgeleverd, van onder meer Chris Aalberts en Henk Leenders, waarbij de laatste het had over “Ongelooflijk domlinks conservatisme” (zie link). Best leuk bedacht voor een oud PvdA-kamerlid.

Om een beetje de sfeer te proeven, even een paar regels uit dit laatste artikel:
“Wat een staaltje van ongelooflijk domlinks conservatisme dat we de laatste weken zien van enkele eminente, maar uitgerangeerde linkse oud-politici van de PvdA. (…)

Hoewel al lang duidelijk is dat een overgrote meerderheid van de PvdA-leden voor dit samengaan is, blijven zij zich in een achterhoedegevecht verzetten tegen deze vorm van linkse samenwerking. En tot mijn grote verbazing overwegen zij een nieuwe sociaaldemocratische partij op te richten, zodat de verweesde arbeider toch nog een mogelijkheid heeft zich ergens bij aan te sluiten.

Waarom conservatief? De dame en heren geloven dat er straks geen partij meer is voor de “gewone Nederlander” die moet sabbelen met een klein inkomen. Dat is de “oude” arbeider die vroeger traditiegetrouw voor de PvdA koos omdat die partij hen deed verheffen boven hun armoedige bestaan. Alleen, die arbeider van toen bestaat niet meer, en voor zover ze wel bestaan, zijn ze al lang overgestapt naar de PVV, of beter, de SP. De kiezer van de huidige PvdA (en GroenLinks) zijn de overwegend sociaaldenkende hoogopgeleiden. Dat zijn mensen die het zelf (best) goed hebben en dat een ander ook gunnen. Die bestaanszekerheid niet alleen zien als “brood op de plank” en “een dak boven je hoofd”, maar ook redeneren dat van bestaanszekerheid geen sprake kan zijn in een ongezond leefmilieu en met almaar stijgende klimaatproblemen.

Waarom dom? Als zij het hierbij zouden laten is het te zien als een mening waar ik zelfs waardering voor zou kunnen hebben. Het kwalijke zit hem in het voornemen een nieuwe partij op te richten, een partij die zomaar twee zetels zou kunnen halen. En die twee zetels zouden Verenigd Links zomaar de tweede of derde partij kunnen maken na verkiezingen. (…)
De dame en heren houden niet van verandering. Ze houden het liefst vast aan een werkelijkheid die al lang niet meer bestaat. En met hun kwalijke acties lopen zij het risico dat Nederland straks een wat minder sociale regering krijgt. Dus Ad, Hans, Gerdi en Rob, als oud-collega en bewonderaar van alles wat jullie hebben betekend voor Nederland, stop met jullie domlinks conservatisme!”

Aalbers is het blijkbaar helemaal eens met Leenders:
“Volgens Oudkerk is de fusie een cadeau aan rechts Nederland. GroenLinks-PvdA buigt af naar links en komt zo misschien wel een heel decennium in de oppositie terecht. De huidige coalitie vraagt echter een verschuiving naar het midden. Oudkerk kan gelijk hebben dat de fusiepartij vooralsnog linkser is dan de oude PvdA, maar of dat tot een permanente rol in de oppositie leidt is verre van zeker. Als de VVD (of NSC) vorig jaar een blokkade had opgeworpen tegen de PVV, had Timmermans gewoon op het pluche gezeten, ongeacht de partijkoers.

En Oudkerk is nog tegenstrijdig ook. Volgens hem is de PvdA meer dan GroenLinks een partij voor mensen die het moeilijk hebben. Als er nou iets is wat de PvdA tijdens Rutte-II heeft laten zien, is dat de partij er helemaal niet altijd is voor mensen in problemen. Wat dat betreft zou je de fusie ook een zegen kunnen noemen, omdat GroenLinks linkser is dan de PvdA en zich dus minder snel zal laten verleiden tot compromissen waar sociaaldemocraten zich voor zouden schamen.”

Links

Wat is links? Hier ben ik al eerder geweest (zie link). 

Het lijkt me dat de theoloog Zuurmond best een acceptabele definitie opstelde: “Links zijn zij die geneigd zijn om me te werken aan structurele veranderingen van de maatschappij in socialistische zin”.

Het woord socialisme stamt af van de Latijnse woorden socius en socialis. Het woord socius betekent deelgenoot of gemeenschappelijk, terwijl socialis op zijn beurt kameraadschappelijk of het behoren tot een gezelschap betekent.
Het behoren tot een gezelschap, onder vrienden (deelgenoten/kameraden/ broeders). Hoe mooi is dat. En in die zin; hoe kun je geen heimwee hebben naar een stroming die dit zo nadrukkelijk ambieert?

En is Groen Links dan ‘linkser’ dan de PvdA? Ik denk het niet. Groen links is zoals ik eerder al aangaf  (zie bovenstaande link) best bereid om “mee te werken aan structurele veranderingen van de maatschappij”, maar kenmerkt zich toch vooral door een elitair dedain ten opzichte van de mensen die zich bezig (moeten) houden met werken in de bio-industrie, Tata-steel en DSM, om over het rijden in een niet elektrisch auto, of het eten van een (echte) gehakt- of bitterbal, maar te zwijgen.

Groen links bekommert zich, volgens Leenders, om: “een ongezond leefmilieu en met almaar stijgende klimaatproblemen”, maar dan wel zonder zich al te diep in “de problematiek van een ongezond leefmilieu of klimaatproblemen” te verdiepen (zie deze site).

Nee, Groen Links heeft helemaal niets met het socialisme en het linkse gedachtengoed. Het zou dus, ook wat mij betreft, een behoorlijke kaalslag van het politieke spectrum zijn wanneer de grootste socialistische partij (oké, met identiteitscrisis) wordt opgeveegd door een anti-arbeiders (“want-die-zijn-er-niet-meer-en-kiezen- anders-toch-voor-de-PVV,-hoe-zou-dat-nou-kunnen?”) partij.

Popper

Eigenlijk is het te veel eer, maar in dit verband kan wel iets worden geleerd van de filosofie van Karl Popper. Hij komt op deze website regelmatig voorbij, maar blijkt, volgens Hans Achterhuis (2011), best een hele nare man geweest te zijn:
“Popper zelf leefde allerminst vanuit het principe van de falsifieerbaarheid. Theorie en praktijk, woorden en daden, waren bij hem volledig in tegenspraak met elkaar. Bryan Magee, waarschijnlijk Popper’s belangrijkste leerling, windt er geen doekjes om. Zijn leermeester verdroeg geen enkele kritiek: “Zijn gedrag was de grootst mogelijke schending van de geest van het liberalisme zoals dat in zijn werk werd uitgedragen.”(…) Aan de Londense school of economics, waar Popper onderwijs gaf, werd (…) de titel van zijn beroemdste boek “De open samenleving en haar vijanden” dan ook gewijzigd in “De open samenleving, door één van haar vijanden.”

Maar goed, dat betekent natuurlijk niet dat de man geen goede ideeën had. Het beroemde falsifieerbaarheids-principe is door het werk van Thomas Kuhn inmiddels wel achterhaald (zie link), maar bij mij blijft wel hangen de theorie die hij in 1972 in het artikel “The logic and evolution of scientific theory” ontwikkelde:

“De wetenschaps-theorie leerde en leert nog steeds dat het begin van wetenschap begint met objectieve waarneming. Dit klinkt redelijk en verleidelijk, maar is fundamenteel onjuist. Dit is gemakkelijk aan te tonen door te beginnen met de thesis: “zonder probleem, geen waarneming”.

Als ik zou u zou vragen: “Neem waar, alstublieft”, zult u, waarschijnlijk vragen: “Graag, maar wat? Wat moet ik waarnemen?” (…)

Wanneer ik een object aangeef, wordt de situatie al iets beter, maar nog steeds niet bevredigend. Wanneer ik bijvoorbeeld zeg: “Observeer uw horloge, alstublieft”, zult u nog steeds niet weten wat er precies te observeren valt.
Alleen wanneer ik u een bepaald triviaal probleem voorleg, wordt die situatie anders [“hoe laat is het?”]. Met andere woorden, u vraagt mij om een probleemsituatie aan te geven, die door waarneming kan worden opgelost.
Misschien bent u helemaal niet geïnteresseerd in het probleem, maar u weet nu tenminste wat u zou moeten oplossen door uw waarnemen.”

Of liever, wat mij betreft: “U weet nu wat u zou moeten waarnemen”.

De probleemstelling/ de theorie bepaalt dus wat waargenomen moet worden en bepaalt hiermee het beeld (de idee) van het waargenomene/ het object, zoals dat wordt waargenomen. Datgene wat moet worden waargenomen wordt verknoopt met het object.
Een documentaire zoals door Al Gore is gemaakt over het klimaat, leert u om kooldioxide te verknopen met klimaatverandering. De berichtgeving over de stikstofdeken over Nederland leert u om dit gegeven te verknopen met achteruitgang van de biodiversiteit, etc.
Het vervelende hiervan is natuurlijk wel dat deze associatie van blijvende aard is en, zoals gezien in mijn reeks over ‘de stem van de redelijkheid’, zelfs kan leiden tot een weerzin ten aanzien van alternatieve denkbeelden/ ideeën.

En daarmee zijn we gevaarlijk dicht gekomen bij de “vijand van de Open samenleving” pur sang (volgens Popper): Plato en diens ideeënleer. En dan is het ook leuk om gelijk maar diens ‘opus magnum’ er bij te halen, een thema wat ook met grote regelmaat terugkomt in deze blogs: “De Wetten”.

Het derde boek van de wetten is in deze context misschien wel het belangrijkst. Hierin wordt beschreven dat het succes in de oorlog tegen de Perzen, in Athene werd gevolgd door een verval, dat werd ingeluid door een cultureel fenomeen: op het gebied van muziek/poëzie begon men, om het publiek te behagen, genres te combineren.
Daar waar eerder competente experts dit zouden hebben verhinderd, werd nu het publiek de doorslaggevende factor (Plato introduceert het neologisme theatrocratie).
Men overtrad aan de dichtkunst inherente regels. Dat werd weldra gevolgd door een overtreden van de wetten, omdat men op dit gebied nu ook dacht zelf de wijsheid in pacht te hebben.

Plato concludeert dat een staat vrijheid, wijsheid en eenheid dient te bezitten, en dat dit het best kan in een staatsvorm die een mengsel is van ‘monarchie’ en ‘democratie’. Excessen (in Perzië het gebrek, in Athene het teveel aan vrijheid) leiden tot verval.

PvdA

Dit stukje zou Oudkerk en zijn trawanten moeten aanspreken: “competente experts”. Waar zijn de tijden van Drees, Den Uyl en de oude Kok (van voor het verlies van zijn ideologische veren) gebleven?

Ik ben dus, zoals u in mijn blogs kunt terugvinden, van mening dat de huidige tijd, waarin de rechters een alleenrecht op vormgeving van de samenleving lijken te hebben, het optreden van ‘grote politici’ onmogelijk maakt. Hoe zou Drees hebben omgegaan met een rechter die meende dat zijn ouderdomspensioen in strijd met de Europese regelgeving zou zijn geweest?

Een staat dient dus, volgens Plato (en Montesquieu), zowel vrijheid (wetgevende macht), wijsheid (rechtsprekende macht) en eenheid (uitvoerende macht) te bezitten.

Waarom is wijsheid hier niet gewoon genoeg?
Dat merken we nu aan den lijve, zou ik zeggen. Wijsheid gaat uit van bestaande begrippen, bestaande associaties. De wijze waarop wordt omgegaan met de kooldioxide- en stikstofproblematiek in juristenland, heeft zich op geen enkele wijze ontwikkeld sinds de jaren tachtig, toen deze problemen met deze stoffen voor het eerst tot uiting kwamen.
Vrijheid is nodig om opnieuw te leren zien, in de zin van Popper, om te leren. Het is nodig dat ideeën ten aanzien van het recht worden uitgewisseld, op basis van (politieke) beginselen, om de bestaande wijsheid uit te dagen en te veranderen wanneer nodig. Een proces zoals dit in de jaren zestig van de vorige eeuw plaatsvond, toen de ‘onwankelbare zuilen van de samenleving’ met het nodig rumoer naar beneden werden gehaald, omdat de bestaande, dragende wijsheden, zichzelf al jaren hadden overleefd.

Dat er eenheid in een samenleving moet zijn, is natuurlijk evident. Gelijke gevallen verdienen een gelijke behandeling. De beginselen van behoorlijk bestuur zijn een codificering van dit voor een samenleving onmisbare element.

Maar het gaat mis, zodra het evenwicht tussen de verschillende machten verloren gaat, zoals Plato al heel duidelijk zag. En dan kennen de verschillende landen verschillende kwetsbaarheden: “In Perzië het gebrek aan vrijheid/ in Athene teveel vrijheid.”
Zo ontstaan politiestaten, presidentiële dictaturen en dicastocratiën.

Ik vrees dat Nederland traditioneel gezien een groot wantrouwen ten aanzien van de politiek kent, wat tot uiting komt in een al te groot vertrouwen in de Wijsheid van de Rechter/ of in het verleden: de Oranjes. De rol die een politieke partij inneemt in de samenleving, is dan ook verwrongen geraakt.
In plaats van een politieke partij die het publiek ‘leert zien’ wat de problemen van de samenleving zijn, moet, zoals bijvoorbeeld Henk Leenders het ziet, politiek worden gezien als “markt van de Macht”, waarin de denkbeelden van het publiek bepalend zijn voor wat een partij hoort na te streven:
“die arbeider van toen bestaat niet meer, en voor zover ze wel bestaan, zijn ze al lang overgestapt naar de PVV, of beter, de SP.”
– Met 5 zetels in de tweede kamer lijkt deze rol voor het SP overigens wel uitgespeeld.- 
Maar het lijkt me dat het toch als zorgwekkend moet worden gezien dat de behoeftige arbeider van toen, met denkbeelden over kameraadschap en verheffing, zijn denkbeelden nu moet halen bij een populistisch rechtse partij, waar xenofobie, populisme en egoïsme met de paplepel worden ingegoten.
Is het niet bovenal een taak van een (echt linkse) socialistische partij om dit tij weer te keren?

Een ideologische verschuiving is natuurlijk geen ramp, maar kan dit wel worden wanneer het gaat om een plotselinge oorlog-hetze, het creëren van denkbeeldige vijanden en ontmoediging van een pragmatisch idealisme ten aanzien van ontwikkelingshulp, sociale- en milieu gerelateerde misstanden of positieve religieuze denkbeelden.

De politiek leert mensen zien (en omgekeerd). Maar al dit is alleen mogelijk bij een primaat van de politiek (vrijheid) bij het opstellen van “De Wet”. En dus niet een opgedrongen dicastocratie door de Europese Unie.
Mijn linkse naamgenoot Erik Jurgens (PPR) had volgens mij (in 1974 al) geen ongelijk toen hij meende:

“Ofschoon een goede argumentatie is aan te voeren voor het tegendeel, ben ik voorshands geneigd te zeggen dat een democratie nog te prefereren is boven een dicastocratie, oftewel een regering door rechters. Als de rechter gaat uitmaken wat in de Grondwet staat en daarmede besluiten van de volksvertegenwoordiging onverbindend kan verklaren, vind ik dat een te grote en te zware opdracht aan een rechterlijke macht, die daarvoor in Nederland geenszins is geëquipeerd.”

Het moet voor de ware socialisten een gruwel zijn dat de rechterlijke macht aan de hand van vergezochte interpretaties van Europese rechterlijke uitspraken, de politiek simpelweg buitenspel zet. Wat mij betreft is dan ook de tijd gekomen om de grondwet op dit punt te herzien, maar dat heb ik natuurlijk al eerder besproken. (zie link)  

Maar misschien eist dit weer het optreden van “competente experts”, die in het huidige politieke klimaat zo lastig te vinden zijn. Rob Oudkerk c.s. ?


Geplaatst

in

door

Tags: