Nieuw stikstofbeleid 1; De gordiaanse knoop

Voor degenen die het hebben gemist: Het ontwerpprogramma Stikstofreductie en Natuurverbetering en bijlagen, liggen van 25 mei tot en met 5 juli 2022 ter inzage.
De goede vraag is nu: wat is dat? En, eerlijk is eerlijk, ik ben het ook een beetje kwijt.
We hebben dus nu het landelijke Programma Natuur, waarin de doelen voor het herstel van de natuur en welke financiële middelen er daarvoor zijn, werden uitgewerkt. Daar is aan gekoppeld het “Uitvoeringsprogramma Natuur”, waarin het Rijk en de provincies aangeven hoe zij samen met de terreinbeherende organisaties tot 2030 werken aan natuurherstel.
De relatie tussen het Uitvoeringsprogramma Natuur en het programma Stikstofreductie en Natuurverbetering (programma SN), wat nu dus ter inzage ligt, wordt in het Ontwerpprogramma als volgt omschreven:
“Op basis van de wettelijke vereisten worden in het programma SN tussentijdse doelstellingen opgenomen voor maatregelen uit het Uitvoeringsprogramma Natuur. In het Uitvoeringsprogramma Natuur is een fasering opgenomen waar tussendoelen uit zijn af te leiden.
In de eerste fase starten provincies, Rijk en partners met maatregelen die in de periode 2021-2023 uitvoerbaar zijn en bijdragen aan de inhoudelijke opgave. (…)
Voor de tweede fase van het Uitvoeringsprogramma Natuur worden bij actualisatie van het programma SN nieuwe tussendoelen opgenomen. Aanvullend op tussendoelen voor de uitvoering van maatregelen, zou daarbij ook gekozen kunnen worden voor tussendoelen voor het realiseren van omgevingscondities die nodig zijn voor het realiseren van instandhoudingsdoelstellingen en/of tussendoelen voor doelbereik.
De maatregelen die in het Uitvoeringsprogramma Natuur zijn opgenomen voor de periode 2021-2023 vormen, met het oog op de tijdige uitvoering van deze maatregelen, tevens de tussendoelen van dit programma SN.”
Verderop in het ontwerpprogramma SN wordt echter weer opgemerkt:
“Het (…) Uitvoeringsprogramma Natuur is integraal onderdeel van dit Programma Stikstofreductie en Natuurverbetering en omvat de natuurherstelmaatregelen.
Provincies en Rijk hebben de afgelopen jaren al de nodige stappen gezet om de afgesproken natuurdoelstellingen te bereiken (zie bijvoorbeeld de Zevende Voortgangsrapportage Natuur, Kamerstuk 33576 nr. 253). Om de opgaven uit de Vogel- en Habitatrichtlijn te realiseren zijn echter meer inspanningen nodig. Daarom hebben Rijk en provincies in 2019 aanvullende natuurambities gesteld en vastgelegd in het ambitiedocument Nederland Natuurpositief. (…)
In het programma SN komen de stikstofbronmaatregelen en de natuurherstelmaatregelen van het Uitvoeringsprogramma Natuur samen. Rijk en provincies zorgen samen voor een versterking van de samenhang tussen deze maatregelen. (…)
In het Uitvoeringsprogramma Natuur zijn de gezamenlijke afspraken over het programma vastgelegd. Ook is hierin opgenomen dat per provincie, voor de periode 2021 – 2023, afzonderlijke afspraken over de uitvoering van de maatregelen zijn gemaakt. De provincies hebben deze maatregelen in een provinciaal uitvoeringsprogramma opgenomen.”
Onderdeel van dit Uitvoeringsprogramma is ook nog de Agenda natuurinclusief, wat ervoor moet zorgen dat natuur een vaste plek krijgt in de hele maatschappij. Alleen zo lukt het om de natuur in Nederland duurzaam te herstellen.
“Het kabinet Rutte IV heeft in het Coalitieakkoord gekozen voor een brede aanpak die zich richt op de verscheidenheid aan gebieden. Die aanpak richt zich niet alleen op stikstof, maar ook op de (Europese) normen en opgaven voor waterkwaliteit, bodem, klimaat en biodiversiteit. Deze integrale aanpak krijgt onder meer vorm in de gebiedsgerichte aanpak en het NPLG, hetgeen ook van invloed is op de kaders voor ‘integrale gebiedsplannen’.”
Het hier terloops genoemde NPLG staat voor het Nationaal Programma Landelijk Gebied, wat een strategie schetst op hoofdlijnen, die richting geeft aan toekomstbestendige ontwikkeling van functies in het landelijk gebied en de ruimtelijke ontwikkeling van de agrarische sector, met ruimte voor agrarische functies in de voor landbouw goed geschikte gebieden, inclusief ruimte voor wonen, verbetering van leefbaarheid, luchtkwaliteit en andere onderdelen van milieu, natuur en leefomgevingskwaliteit. (…)
De gebiedsafbakening van het NPLG is ‘alles buiten bestaand bebouwd gebied’. Er wordt gewerkt in een nationaal spoor en een gebiedsgericht spoor die elkaar beïnvloeden. In een beperkt aantal pionier gebieden wordt gestart met de gebiedsgerichte aanpak. In de pionier gebieden worden private en maatschappelijke partijen integraal betrokken. Zonder hen is het formuleren van collectieve waarden; kansen en schuurpunten; het goed betrekken van ‘de samenleving’; inzicht verkrijgen in de opgaven die vragen om een nationale aanpak belangen, en het kiezen van richting niet mogelijk. Op basis van die resultaten wordt bepaald of het meerwaarde heeft als Rijk op regionaal door te gaan, of om een landelijke strategie verder uit te werken die regio’s vervolgens zelf kunnen gaan gebruiken.
De samenwerking met de Ruimtelijke Verkenning Stikstof en het Programma Natuur is van belang: de opgave tot natuurherstel en natuuruitbreiding in het kader van de aanpak stikstof is integraal onderdeel van dit Nationale programma.”
Tot zover. Ik hoop dat u de verbanden nog ziet. Ik ben ergens halverwege het spoor bijster geraakt…

De drieste aanpak

De afgelopen dagen was er nogal veel over te doen. In de gesprekken over de “Gebieds Gerichte Aanpak”, (vanuit welke kader is eigenlijk niet helemaal duidelijk) bleek dat er nogal wat agrarische bedrijven mogen sluiten. In de Peel en Gelderse Vallei zouden naar verluid ongeveer 80% van de bedrijven uitgekocht moeten worden tijdens de eerste fase van dit programma.
Bij een dergelijk verreikend programma zou je verwachten dat er nogal wat juridische waarborgen worden ingebouwd. Maar dat blijkt tegen te vallen:
“Tijdens de [terinzage]periode [van het programma SN] kan iedereen met een specifieke zienswijze reageren op de inhoud van de plannen. De termijn voor zienswijzen bedraagt zes weken. Daarmee wordt invulling gegeven aan het Verdrag van Aarhus dat regelt dat burgers inspraak hebben in de besluitvorming in milieuaangelegenheden. Na afloop van deze termijn wordt een Nota van Antwoord opgesteld waarin gemotiveerd wordt aangegeven of en zo ja op welke wijze de zienswijzen worden verwerkt in het programma.
Daarna wordt het programma vastgesteld.”
Misschien dat dit alles valse verwachtingen wekt. In het Ontwerpprogramma zelf wordt namelijk allereerst duidelijk gemaakt: “Tegen dit programma kan geen bezwaar of beroep worden ingesteld.”
“Het stikstofvraagstuk vraagt om een voortvarende en daadkrachtige aanpak. Een deel van de maatregelen die in het programma worden opgenomen is nu al in uitvoering of in voorbereiding. Met de uitvoering van maatregelen wordt dus niet gewacht op de vaststelling van het programma.”
Dat lijkt toch vreemd. Voor de niet-juristen onder ons: Bezwaar maak je bij de instantie die het oorspronkelijke besluit heeft genomen. Beroep is bij een andere instantie. Bij bezwaar vraag je aan de instantie die het besluit heeft genomen om dit besluit te heroverwegen. Bij beroep ga je naar een andere instantie en vraag je om het eerdere besluit te vernietigen.
Wanneer het bestuur een concrete beleidsbeslissing neemt, mag je normaal gesproken wel naar de rechter. Je moet dus concluderen dat het dus in ieder geval niet gaat om een “concrete beleidsbeslissingen” bij dit landelijke stikstof uitvoeringsprogramma.

De stikstofwet

Het ontwerpprogramma geeft in ieder geval een basis waarmee de contouren van de consequenties van de Stikstofwet (zie link) nu eindelijk (pas) duidelijk beginnen te worden.
De kranten kopten deze week al met ontzagwekkende reducties die behaald moeten worden om de doelen van de stikstofwet te behalen en, zeer Ruttiaans, de lagere overheden mogen het opknappen. De Provincies zijn aan zet. Middels de “Gebiedsgerichte Aanpak” mogen de boeren in bepaalde gebieden, onder de bezielende leiding van Gedeputeerde Staten, zelf beslissen hoe zij 80% reductie gaan behalen, of liever: welke boeren uitgekocht moeten worden.
Voor deze uitkoopregeling is maar liefst 25 miljard beschikbaar, wat echter maar een druppel op de gloeiende plaat is als we het doorgaans goed geïnformeerde  Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) mogen geloven (hierover schreef ik vorig jaar al wat (zie link)). Daar gaat het over honderden miljarden om de doelen van de Stikstofwet te bekostigen.
Maar ja, daar krijg je ook wat voor terug… Of tenminste, misschien ook wel niet.

Wat kun je ervan vinden?

Op deze site is tot vervelens toe beargumenteerd dat:
  1. de Kritische Depositie waarden, zoals deze in Nederland zijn vastgesteld, in feite geen enkele wetenschappelijke waarde hebben (zie link);
  2. het onmogelijk is dat het verdwijnen van enkele lokale bronnen het beoogde effect kan hebben; er is nog nooit aangetoond dat de stikstofdepositie van een gebied, wat verder weg ligt dan pakweg 300 meter van een bron, inderdaad lager wordt wanneer deze bron verdwijnt (zie link);
  3. het moeilijk te verdedigen is wanneer door de mens verarmde gronden, halfnatuur, moet worden beschermd door omgevingswaarden verplicht te stellen die overeen komen met de plaats waar deze habitats van nature voorkomen (de toendra). Waarom kan het oorspronkelijke beheer niet gewoon worden voortgezet tegen een fractie van de te maken kosten (zie link)?
  4. de teruggang van de Nederlandse natuurwaarden bijzonder weinig relatie heeft met de stikstofdepositie (zie link )
Tegen die achtergrond leest het ontwerpprogramma Stikstofreductie en Natuurverbetering als een bittere ervaring met de drogreden  ‘argumentum ad nauseam’. Dit begrip is direct overgenomen uit het Latijn en betekent “tot misselijk wordens toe” of “tot walgens toe”.
Eigenlijk is het Ontwerpprogramma heel lastig leesbaar, wanneer je het niet direct eens bent met datgene wat in het Ontwerpprogramma opnieuw en opnieuw als “wetenschappelijke waarheid” wordt verkondigd. En ik ben bang dat lichamelijke onpasselijkheid nu net geen afdoende inspraakargument is.
Voor degenen die een poging willen wagen om te voorkomen dat waarschijnlijk honderden miljarden (bron: PBL) zonder enig effect worden verspild, heb ik toch de moeite genomen (ondanks het nodige lichamelijke ongemak) om wat punten van het ontwerpprogramma te benoemen en daar wat kanttekeningen bij te plaatsen.
Maar om e.e.a. toch nog enigszins leesbaar te houden heb ik dit verhaal maar weer eens gesplitst. Daarover dus meer in de volgende blog.

Geplaatst

in

door

Tags: