De stikstofbrief; het is tijd voor het verhaal van de natuur én de landbouw

Op naturetoday verscheen vorige maand een aardig artikel: “Het is tijd voor het verhaal van de natuur“. Hierin neemt de schrijver de moeizame relatie tussen natuur en politiek onder de loep.

Met name het kabinet Rutte1 wordt hierin voor de voeten geworpen dat dit kabinet verantwoordelijk is voor het om zeep helpen van het aardige natuurbeleidsplan uit 1990:
“Het natuurbeleidsplan zat op papier goed in elkaar. Maar het technocratisch jargon sloeg niet aan bij de boeren en als gevolg van hun verzet en electorale angst zijn de natuurambities door de jaren heen steeds verder naar beneden bijgesteld. Gebieden werden kleiner, extensieve zones werden toch intensief gebruikt en het brutaalste kabinet – Rutte1 – bezuinigde niet alleen driekwart van het budget, maar haalde ook de verbindingen uit het netwerk. Dat is de ketting van je fiets weglaten en dan verwachten dat je toch kunt gaan rijden. Of civiele ingenieurs vragen om een halve brug te bouwen. Heel duur, vooral omdat je er nog steeds niet overheen kan.   

De bezuiniging en het schrappen van de verbindingen waren niet het enige dat Rutte1 deed om het natuurbeleid onklaar te maken: de decentralisatie en de juridificatie hebben ook stevig bijgedragen aan het organiseren van de mislukking. Decentralisatie is een beproefd recept, je ziet het ook op andere terreinen. Als je ergens geen zin in hebt, maak je de verantwoordelijkheid zoek. (…)

Veel kwalijker dan bezuinigingen is de ‘nationale koppen eraf’ die Rutte1 invoerde en die nog steeds leidend is, ook bij de huidige voorstellen. Natuur hoeft niet duur te zijn, zeker als je stopt met pesticiden en stikstof. Maar de beperking ‘we doen alleen wat moet’ is ecologisch onzinnig. (…)

Maar behalve ecologisch onzinnig, is er ook sprake van kwaadaardige framing: het natuurbeleid wordt uitgelegd als: ‘we doen wat moet van Europa’. De woorden die je kiest doen er toe. Natuur is hier niet schoon, gezond of rustgevend, maar een bureaucratische, dure en moeilijke verplichting en we doen het alleen maar omdat de rechter het zegt. Behalve dat het framing is van de landbouwlobby, die liever regenwoud in poep omzet omdat een paar partijen daar veel geld mee verdienen, is het ook een hele goede strategie om iets te laten mislukken. (…)

we moeten wel ophouden met steeds proberen om onze doelen, onze soorten en onze habitats aan te passen aan de hoeveelheid vervuiling die we veroorzaken en leren onze activiteiten aan te gaan passen aan de ruimte die de natuur ons laat. Op dit moment is dat niet veel, daar moeten we eerlijk in zijn. ‘Niet alles kan overal’ concludeerde de commissie Remkes daarom in het rapport dat werd opgesteld naar aanleiding van het PAS-arrest. Maar het moet zijn ‘alles moet overal anders’, want je kunt alleen ruimte voor én boeren én natuur vinden als we ook de landbouweconomie omvormen.”

Het is een sympathiek betoog van Sander Turnhout, met de mooie afsluiter: “De ecologen en boeren komen er samen wel uit, daar zit het probleem niet.”

Toch wat kanttekeningen

Een mooie poging tot verbroedering, maar ik vrees dat sommige zaken wel erg gesimplificeerd worden wanneer wordt gesteld:

“als gevolg van [het boeren]verzet en electorale angst zijn de natuurambities door de jaren heen steeds verder naar beneden bijgesteld.”

Het twee jaar durende Rutte1-kabinet (2010-12) was een bezuinigingskabinet waar o.a. de PVV nog zitting had. Punten van zorg waren: immigratie, integratie, asiel, veiligheid, ouderenzorg en het overeengekomen bezuinigingspakket. Ik weet niet of het nu de zorg van de politiek was om natuurambities de nek om te draaien, maar het leverde in ieder geval een financiële meevaller op.

Volgens het CBS bevond de Nederlandse economie zich in 2009 in een diepe crisis en kromp met 3,9 procent: “Een dergelijke krimp werd niet eerder door het CBS gemeten, zelfs niet tijdens de jaren dertig. Bijna tweederde van de krimp van het bbp kan worden verklaard uit het terugvallen van de export.”

Bij deze crisis werd Natuur werd gezien als franje.
In het regeringsrapport “Ruimte voor leven, deel 2 Leefomgeving en natuur” wordt dit als volgt verwoord aangegeven:

“De thema’s van Leefomgeving & Natuur hebben het naar hun aard moeilijk in een tijd waarin economisch herstel is gewenst en de neiging bestaat economische effecten voorrang te geven.”

En dat gebeurde dan ook. Vanuit de gedachte dat er reeds een tekort voor het beheer van de natuur bestond met een bandbreedte tot en met 2018 tussen de € 416 miljoen en € 1,7 miljard (pag. 44) is toch afgezien van de variant met een robuuste natuur met verbindingszones.

We moeten wel…

Het is mij niet duidelijk wat de landbouw daar nu precies mee te maken had, ook al omdat er vanuit de sector flink werd meegewerkt aan de totstandkoming van ‘agrarische natuur’ in de vorm van beheerspakketten. Het wegvallen van boerenbeheer was een klap in het gezicht van menig betrokken boer, omdat werd afgerekend op resultaten.

Hier werd tot voor kort ‘nogal schamper’ over gedaan: de algemene rekenkamer concludeerde nog onlangs dat “miljoenen euro’s zijn verspild aan agrarisch natuurbeheer, terwijl de weidevogelstand alleen maar daalde.”

Niet dat iemand hier iets aan kon doen, zie link en link, maar de framing van de boerenstand als onbetrouwbare subsidietrekkers is toch maar even gemaakt.

Maar er zijn meer van dit soort uitglijders in het stukje van Turnhout; wat moet je bijvoorbeeld met de terloops gemaakte opmerking:

“Natuur hoeft niet duur te zijn, zeker als je stopt met pesticiden en stikstof. Maar de beperking ‘we doen alleen wat moet’ is ecologisch onzinnig.”

Is het stoppen met pesticiden en stikstof[bemesting?] niet duur? Dat zou je toch eens aan de mensen van Sri Lanka (zie link) moeten uitleggen.

Ten aanzien van dit punt valt de landbouw overigens best iets te verwijten. Met uitzondering van de fipronil- affaire, toen de volksgezondheid in het gedrang kwam, zijn mij geen gevallen bekend van boeren die ten aanzien van het gebruik van bepaalde gewasbeschermingsmiddelen hebben gewaarschuwd. Wanneer bijvoorbeeld zou zijn doorgegeven dat: “Alle leeuweriken of mollen of … zijn verdwenen, na gebruik van dit of dat middel”.
En dit terwijl binnen luttele jaren in heel Nederland de leeuwerik van één van de meest voorkomende vogelsoorten tot rode lijst is vervallen. Iemand moet toch een bepaald verband zijn opgevallen.
Natuurlijk mag er best kritisch naar bepaalde middelen worden gekeken, maar het vanuit de ‘groene lobby’ geponeerde gemak om alles dan maar te verbieden lijkt mij niet te verenigen met het idee dat intensieve landbouw ook nog productief moet zijn.

Ook een tekst als: “we moeten wel ophouden met steeds proberen om onze doelen, onze soorten en onze habitats aan te passen aan de hoeveelheid vervuiling die we veroorzaken en leren onze activiteiten aan te gaan passen aan de ruimte die de natuur ons laat.” getuigt wat mij betreft van een al te groot ecologisme.

Onze habitats hebben zich al gevormd naar de hoeveelheid ‘vervuiling’ en ‘roofbouw’ die we in het verleden hebben veroorzaakt en dat zal in de toekomst niet anders zijn. Nederland zonder menselijke invloed is een groot loofhoutbos, met hier en daar drassigheid waar zich veen kan vormen. De variatie in ons landschap is aanwezig omdat wij die gemaakt hebben.

Kortom, Turnhout en ik zijn het niet overal over eens, maar wel ten aanzien van het volgende.

Rutte en de pers

Turnhout roept bij de teloorgang van het Nederlandse natuurbeleid wat mij betreft terecht de vervelende truuks van Rutte 1 in herinnering, die helaas toch ook wel doen denken aan de strategie van Rutte IV. Alleen is het leidende voorwerp van Rutte I op dit moment de bovenliggende partij, zelfs ten koste van de economie van het land. Het kan hard gaan.

Als iets aan Rutte valt te prijzen, dan is het zijn talent voor de omgang met de media. Ik heb me in vorige blogs al afgevraagd hoe het toch mogelijk is dat vrijwel alle nieuwsmedia in de afgelopen maand partij hebben gekozen vóór het kabinetsstandpunt inzake stikstof. Zelfs bij stukjesschrijvers waarvan het onbegrip over de hele materie afspatte, was het nu eenmaal zo: we moeten wel! (van Europa)

Een strategie om dingen te laten mislukken volgens Turnhout?
Hoe dan ook, de storm is overgewaaid zonder enige ongelukken in personele zin te veroorzaken en dat is toch mooi gedaan zou je zeggen. Ook de steun voor de landbouwers is volgens het NOS  in één maand gezakt van 45 procent (“bijna de helft” volgens het NOS), naar 39 procent (minder dan vier op de tien), terwijl de groep die de acties afwijst (35 procent) inmiddels bijna even groot is als de groep die de acties steunt.
“Bijna vier op de tien Nederlanders (38 procent) vinden dat het huidige stikstofplan van minister Van der Wal van tafel moet, 31 procent vindt van niet.”

Toch niet slecht…
Ook aan de doelstellingen van de ‘Stikstofwet’ is niets afgegaan, of zelfs niet ter discussie komen te staan. Iets wat toch ook niet helemaal past in het stukje van Turnhout, die toch min of meer suggereert dat de verwijzing naar de ‘Europese verplichting’ bedoeld is als het laten mislukken van de hele operatie.

De eenzijdigheid van de berichtgeving is fraai georkestreerd. Wat we horen zijn de stikstofdeskundigen (lees: J.W. Erisman, die vrijwel niet van de buis was af te slaan de laatste weken) die leken de les lezen over datgene wat stikstof doet.
Het is blijkbaar niet in de hoofden van één van de programmamakers opgekomen om ook eens een kritische stem met enige deskundigheid aan het woord te laten. Waarom niet? Een behoorlijk deel van de Nederlanders is toch op de hand van de agrarische sector; dat is toch een potentieel flink kijkerspubliek?

Zo zou het bijvoorbeeld best eens leuk zijn geweest om iemand als Erisman in gesprek te laten gaan met een Duitse ecoloog, die zoals al eerder aangekaart, de Europese verplichtingen op een heel ander niveau aanpakken dan wij dat doen.

Maar het heeft uiteraard een flink effect op de publieke opinie. Op enig moment boeit de discussie niet meer. (Drog)argumenten worden herhaald ad nauseam (zie link) en we weten het allemaal wel weer.
Als part-time stikstofverslaggever kon ik het zien; in het begin van de acties was er volop interesse voor inhoudelijke stikstofverhalen, maar op het laatst boeiden zelfs de, voor mijn doen, behoorlijk sensationele verhalen, over (bijna) moord en doodslag in relatie tot de stikstof, nauwelijks nog…

De kamerbrief van 15 juli 2022, over de “Stand van zaken stikstof en landelijk gebied”

In dit klimaat heeft Minister Van der Wal het wel aangedurfd om een brief te schrijven over hoe het nu verder moet met de stikstof in Nederland. Ik ga er zonder meer van uit dat Henk Bleker in zijn tijd ook wel eens een briefbommetje liet vallen over de natuur in Nederland…

En het CDA AgroNetwerk is in ieder geval alvast positief over de brief. In de Nieuwe Oogst wordt melding gemaakt van een doorbraak omtrent Kritische Depositie Waarden (KDW). Dat zou dus mooi nieuws zijn:
“Voor het eerst is door het kabinet opgeschreven dat de KDW naar de achtergrond verdwijnt. Politiek gezien is de KDW als uitgangspunt van het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) op de helling gezet om herboren te worden ingezet als indicator: niets meer, niets minder. Deze aanpassing is overigens wel cryptisch omschreven.”

De Boerderij meldt dat volgens het CDA de stikstofkaart van tafel is en de KDW ook bijna.

Nu ben ik best wel goed in lezen dacht ik altijd, maar waar hebben de CDA coryfeeën dat dan gelezen?

Ik lees in de brief een heel stuk over versnellingsvoorstellen (?), dat er € 250 miljoen beschikbaar komt voor de PAS melders (maar wat moeten die daarmee?) en dat de befaamde stikstofkaart geen inzicht geeft op bedrijfsniveau en niet gaat over de wijze waarop de doelen worden gehaald. Een citaat:
“De kaart is een van de hulpmiddelen voor provincies om de gebiedsprocessen vorm te geven. Deze kaart met richtinggevende emissiereductiedoelen is gebaseerd op algemene uitgangspunten en is expliciet niet een blauwdruk die provincies één-op-één moeten toepassen: provincies hebben de ruimte de stikstofreductie in deze gebieden vorm te geven. (…)
Het kabinet heeft ook actief bij de bancaire sector onder de aandacht gebracht dat aan deze kaart geen inzicht op bedrijfsniveau kan worden toegerekend.”

Dat is toch mooi. Ik denk dat de Rabobank nu dan verder geen problemen maakt bij het toekennen van hypotheken in gebieden waar 95% gereduceerd moet worden (hoe ze dat voor elkaar krijgen, dat mogen de Provincies overigens zelf weten; inderdaad een enorme overwinning voor Boswijk c.s.).

En dan de KDW’s. Ik lees dat de Minister zegt:
“Nederland heeft zich via de Vogel- en Habitatrichtlijn (VHR) gecommitteerd aan belangrijke verplichtingen om natuur te beschermen en te versterken. Het hoofddoel van de wet is daarom ook het te allen tijde voorkomen van verslechtering van de natuur en uiteindelijk een gezonde en veerkrachtige natuur, oftewel het in een gunstige staat van instandhouding brengen van de natuur.

Stikstof is een van de belangrijkste drukfactoren waardoor de kwaliteit van de beschermde, stikstofgevoelige natuur onder druk staat. Inzet op stikstofreductie is daarom een belangrijke pijler om te komen tot de realisatie van het bovenliggende doel: het behalen van de natuurdoelen van gebieden die volgen uit de VHR en daarmee toewerken naar een gezonde en veerkrachtige natuur. De kritische depositiewaarde (KDW), de waarde waarboven stikstofdepositie een risico kan vormen voor natuurkwaliteit, is reeds opgenomen in de wet. Vergunningverlening voor (nieuwe) activiteiten, of het nu gaat om PAS-melders, energieprojecten, woningbouw of defensie, blijft vooralsnog lastig, omdat het verlenen van een vergunning niet zondermeer mogelijk is als de activiteit bijdraagt aan de verdere overschrijding van de kritische depositiewaarde op één of meer Natura 2000-gebieden.”

Daarbij wordt in een voetnoot nog even opgemerkt dat het kabinet zo snel mogelijk: “conform motie De Groot, Van Campen (35925-XIV-106) met een wetsvoorstel komt om de doelstellingen in de wet stikstofreductie en natuurverbetering van 2035 naar 2030 te versnellen.”

Ik haal hier niet uit dat de KDW, die reeds zijn opgenomen in de wet, ergens van een tafel zijn verdwenen, of gaan verdwijnen.

Wel is mooi (?) dat er nu dus aanvullende doelstellingen in beeld komen. Het gaat dan over “resultaatsverplichtende omgevingswaarden” waarbij ook nog zal worden gekeken naar “andere drukfactoren”, zoals verdroging en verstoring: “Het wettelijk vastleggen van deze omgevingswaarden, in combinatie met de daaraan gekoppelde stikstofbronmaatregelen, verzekert dat de benodigde stikstofreductie tijdig en onontkoombaar gehaald wordt.”

Hier is de sector wel flink mee geholpen. Als er ook maar een duimbreed ergens is toegegeven, dan is dit, om met het CDA te spreken “wel (heel) cryptisch omschreven”.

En er wordt ook nog een nieuw instrument geïntroduceerd om een en ander ook in de praktijk te borgen: “Het kabinet toetst op de brede natuurdoelstelling (inclusief stikstofreductie), en klimaat- en waterdoelstellingen. De leefbaarheid op het platteland is daarbij essentieel. Met ecologische analyses stellen we vast wat nodig is om gebiedsgericht de opgaven te halen. Een onafhankelijke ecologische autoriteit draagt zorg voor de wetenschappelijke ecologische borging van deze analyses.

Daarmee wordt dus ook geborgd dat de laatste wetenschappelijke inzichten over de kwaliteit van de natuur in Natura 2000-gebieden betrokken worden bij de gebiedsgerichte uitwerking van de aanpak. Daarbij gaat natuurherstel om meer dan alleen stikstofmaatregelen om te komen tot een goede staat van instandhouding.”

OK, ik snap nu dus werkelijk niet waarom de CDA denkt dat de agrarische sector ook maar in enig opzicht is geholpen met deze brief.

Een onafhankelijke ecologische autoriteit

Geachte Minister Van der Wal,

Hierbij wil ik graag solliciteren naar de functie van ecologische autoriteit die bij uw Ministerie blijkbaar vacant is gekomen.
In uw recent geschreven ‘stikstofbrief’ van juli 2022, geeft u aan dat deze ecologische autoriteit verantwoordelijk zal zijn voor het toetsen (met het oog op de huidige en beoogde kwaliteit van de beschermde natuur), of de essentiële ecologische informatie aanwezig is voor besluitvorming. Daarnaast zal hij verantwoordelijk zijn voor het op onafhankelijke wijze beoordelen van de wetenschappelijke onderbouwing, op breed ecologisch vlak, van de informatie, die benodigd is voor het vaststellen van besluiten over natuurdoelanalyses en gebiedsprogramma’s.

Dit past mij als gegoten. Ik beschik over zeer veel ervaring en ben heel erg onafhankelijk. Stikstof kent voor mij geen geheimen meer en tijdens mijn studie heb ik heel veel van doen gehad met de ontwikkeling en het behoud van ecosystemen.

Eerlijkheidshalve moet ik wel opmerken dat ik het niet altijd eens ben met de opvattingen van het Ministerie. Daarvoor verwijs ik u graag naar mijn website ‘Polderklimaat’. 

Graag ben ik bereid tot een persoonlijk gesprek om een en ander nader toe te lichten.

Met vriendelijke groet…

Hoogachtend…

Keuzestress

Probleem is, het zal er waarschijnlijk wel weer niet van komen.
Maar het is maar voor een denkrichting. Allereerst is het natuurlijk de vraag in hoeverre je ‘onafhankelijk bent’ als je ervoor moet zorgen dat voor het jaar 2030 de wettelijke stikstofdoelen worden gehaald?

Maar daarnaast leeft er blijkbaar bij de Ministeries nog steeds het denkbeeld dat als je maar heel veel van de natuur afweet dat je dan vanzelf onafhankelijk wordt. Maar je moet er toch niet aan denken dat figuren als De Vries, Bobbink en Erisman zullen worden aangewezen als ‘onafhankelijke autoriteit’?
En vakdeskundigen dan? Neem het voorbeeld van de ‘nuchtere wetenschapper’ Kok van Herk, over de korstmossen, die in de Groene Amsterdammer het nodige stof heeft doen opwaaien met zijn claim dat de soortensamenstelling van korstmossen in Nederland het bewijs waren voor de “dikste ammoniakdeken op aarde”.

Deze onafhankelijke lichentoloog is toch geschikt, ook al omdat korstmossen blijkbaar bij uitstek geschikt zijn als stikstofindicator?  

Maar kun je mensen echt losmaken van hun overtuigingen over stikstof en de natuur?
Zo is vrij onbegrijpelijk in het stukje van de Groene Amsterdammer, dat Kok van Herk blijkbaar was vergeten dat korstmossen, volgens de, mede door hem geschreven veldgids korstmossen uit 1994, helemaal niet gaan voor een bemestend effect van ammoniak/ stikstof, maar voor de verandering van zuurgraad die wordt veroorzaakt door ammoniak.

Kok van Herk beperkt zijn korstmossen-speurtocht tot één boomsoort: de eik. Die heeft normaal gesproken een pH waarde van 4.0, maar de base ammoniak zorgt voor een pH van 6,5. Iets wat voor sommige korstmossoorten blijkbaar erg interessant en voor andere soorten weer onverdraaglijk is.
Als gevolg hiervan vinden we dus ook géén ‘stikstofminnende’ korstmossoorten naast de snelweg (stikstofoxiden). Die bestaan dus eigenlijk gewoon helemaal niet…

Het is dus eigenlijk een rare boodschap; we moeten nu dus blijkbaar de korstmossen die van verzuring houden beschermen. Misschien was dit allemaal ook iets te veel informatie voor de Groene. Zeker in 1994 (hoogtij van de zure regen hype).
Kok van Herk is echter een wetenschapper van zijn tijd; tegelijkertijd weet hij immers: “Pas in de bodem draagt ammoniak bij aan verzuring. Daar zitten bacteriën die het omzetten in salpeterzuur.”
Ik neem aan dat hij hier doelt op het nitrificatie-proces, een terugkerend verhaal. En inderdaad, de naam zegt het al, door deze bacteriën wordt ammoniak omgezet in nitraat én hierbij komen zuur ionen vrij. HNO3 is de chemische formule van salpeterzuur, dus technisch klopt het.

Maar, zoals ook in het roemruchte “Ammoniak, de feiten” is gebeurd, worden er dan toch wel wat zaken niet besproken.
Het proces van nitrificatie wordt immers bij pH-waarden lager dan 7,0 al geremd (Emis-Vito).  Daarnaast zitten er in dezelfde bodem ook denitrificerende bacteriën die het gevormde nitraat weer omzetten in vluchtige stikstof en daarbij ook zuurionen opnemen. Het nitrificatie-denitrificatieproces is hiermee een neutraal verlopend natuurlijk proces, waarbij er dus helemaal geen verzuring optreedt. Maar dit terzijde.

Eigenlijk weet je dus helemaal niet wat de korstmossen nu precies aanduiden. Zou het ook kunnen zijn dat de anti-verzuringsmaatregelen eindelijk vruchten afwerpen? Is de Ad-Blue toevoeging in onze katalysatoren misschien toch minder neutraal als we allemaal denken (zoals ook Kok van Herk zelf al suggereerde)? Korstmossen reageren niet op stikstofoxiden, hoe weet je dan zo zeker dat de stikstof verspreidingsberekeningen van het Ministerie het zo geweldig doen?

Kok van Herk wordt wat mij betreft dus ook niet de nieuwe Ecologische Autoriteit…
Experts dan van Greenpeace? Vanuit de agrarische tak van Wageningen? Een gespecialiseerd onderzoeksbureau als Alterra?

Het komt er dan dus op aan wat de Minister nu eigenlijk wil van zo’n ‘onafhankelijke ecologische autoriteit’. Wat moet hij zijn, waarvoor moet hij staan? Is het reëel om te verwachten dat zo iemand ook naar de landbouwbelangen kijkt?
Ik houd me dan maar vast aan de stelling van Turnhout: “De ecologen en boeren komen er samen wel uit, daar zit het probleem niet.”

Ik hoop het maar…


Geplaatst

in

door

Tags: