Nou dit belooft wat, dacht ik, toen ik het boek uit 2022 met deze titel onderschepte op zijn reis naar de afvalverwerking (we gaan verhuizen). En inderdaad, ik ben onder de indruk.

Het bleek het 25-jarig jubileumboek van het STAB te betreffen, aan de ontstaansgeschiedenis van dit instituut had ik ik al eerder een blog gewijd (zie link). Maar het instituut komt hier regelmatig voorbij (zie link en link).
Het is de (enige) club van gerechtelijk deskundigen die exclusief de rechtbanken adviseert inzake het milieu- en ruimtelijke ordeningsrecht.
En zoals de titel al een klein beetje verraadt; deze STAB heeft best wel een behoorlijk gevoel van eigenwaarde. De prelude waarmee het boek begint, is wat dit betreft al ontwapenend:
“Het menselijk oog mag met zijn samengestelde onderdelen een anatomisch wonder heten. Elk onderdeel apart zou evolutionair gezien geen nut hebben. Het oog kan alleen functioneren zoals het functioneert als hoornvlies, netvlies, lens, traanklier, glasachtig lichaam, oogzenuw en visuele schors tegelijkertijd aanwezig zijn. En dat kan alleen, zo is dan de begrijpelijke gedachte van creationisten, als er een intelligent design achter zit. In een evolutionair proces zouden sommige delen namelijk nog niet zijn of niet uitontwikkeld zijn. En hoe zouden die onderdelen, zonder zo’n intelligent design, kunnen ‘weten’ in welke samenhangende richting ze zich dienen te ontwikkelen? Daar hadden de evolutionair biologen nog best een hele kluif aan. Toch kunnen we die film van de ontwikkeling van het menselijke oog terugdraaien. In een timelaps vanaf het Cambrium zo’n 500 miljoen jaar geleden zouden we zien hoe dat begon met de vorming van lichtgevoelige cellen in of vlak onder onze huid. Dat in combinatie met het grote evolutionaire voordeel dat ‘zien’, althans het verwerken van visuele informatie jagers én prooi oplevert, heeft stap voor stap onze ogen doen ontstaan.”
Oké het is best handig als we weten waar het STAB inzake religie staat, maar wat heeft dat eigenlijk te maken met het STAB? Dat wordt één alinea verder uitgewerkt:
“STAB is een prachtige voorziening waar ze in het buitenland maar wat jaloers op zijn. Alleen: als ze daar beter zouden kijken, zouden ze zien dat dat er geen intelligent design achter heeft gezeten, maar dat STAB het product is van een woest evolutionair proces (…)
Maar van ‘uitvinden’ is niet echt sprake. Zelfs niet van oprichten. En als al, dan zou je tot de slotsom moeten komen dat STAB is opgericht door wat destijds zijn enige opdrachtgever was, de Raad van State. Opgericht door je klant… duidelijker dan dat kan een organisatie haar toegevoegde waarde niet illustreren.”
Goed, het is duidelijk dat er geen intelligent design achter de verrijzenis van het STAB heeft gezeten. Dat zou me ook verbaasd hebben.
Finest hour: Helsinki
Wat wel een leuk stukje uit het boek is en wat ik dan ook graag even wil benoemen is hoe het STAB zichzelf ziet in internationaal perspectief:
“In 2019 organiseerde de vereniging van milieu-rechters in Europa (EUFJE) een conferentie in Helsinki met als thema ‘De rol van technische expertise en wetenschap in de Europese milieurechtspraak’. Daar bleek dat in Finland op dat vlak negen lekenrechters de gewone rechter aanvullen. In het Engelse ‘common law’ systeem worden experts benoemd die de opdracht krijgen om gezamenlijk een rapport uit te brengen, waarin ze onderbouwd moeten aangeven op welke punten ze van mening verschillen en op welke punten ze het eens zijn. Second best.
De meeste landen werken met commerciële deskundigen. Daar heb je vaak het probleem dat de ene partij zich van heel veel deskundigheid kan verzekeren en de andere partij het met welgeteld één deskundige moet doen en dan is het prijsschieten. Maar ook als dat in evenwicht is, krijg je toch aan het eind een situatie waarin de deskundigen lijnrecht tegenover elkaar staan. Ga dan als rechter maar eens bedenken welke partij in zijn rapport de juiste grondslagen heeft genomen. [Huh, daar is een rechter toch voor?, EJ]
Dalen Gilhuijs [Sascha Dalen Gilhuijs is directeur van het STAB, EJ] was op de conferentie van Helsinki de laatste spreker op het programma, samen met staatsraad Rosa Uylenburg. In een duo-presentatie vertelde Uylenburg hoe de Raad van State STAB inzet en die inzet waardeert, waarna Dalen Gilhuijs de meer praktische kanten van de werkwijze van het STAB belichtte. Uylenburg wees op het gemak: “Als wij ergens tegenaan lopen in een zaak, hebben we een instituut achter de hand dat tijd voor ons heeft.”
In het socialezekerheidsrecht, om een rechtsgebied te noemen waar in zaken met een medische component ook veel met gerechtelijke deskundigen wordt gewerkt, maar dat geen STAB kent, is de rechter afhankelijk van een hoogleraar in ziekenhuis X, die ook werkt voor andere partijen, maar die aangeeft dat hij in deze specifieke zaak geen tegenstrijdige belangen heeft.
Uylenburg: “het unieke van STAB is dat het hele instituut per definitie niet werkt voor andere partijen, maar alleen voor de rechterlijke macht.” (…)
De zaal was stomverbaasd: een objectief onderzoek ten behoeve van de rechter? Door een onafhankelijke deskundige op locatie? Betaald door de overheid? Een onderzoek waarbij ook partijen worden gehoord? Hoe bestaat het! Inderdaad, hoe bestaat het?
Na afloop vertelde een rechter van het Europese Hof van Justitie in Luxemburg, dat de rechters het daar zonder experts moesten doen [ik ga hier geen flauwe grap over maken, EJ] en dat dit steeds lastiger werd vanwege de klimaatvraagstukken waar Europa voor staat. Hij zei het onbevredigend te vinden dat het Hof de partijen niet meer te bieden heeft dan procedurele antwoorden. Met een voorziening als STAB zou het Hof, aldus deze rechter, veel inhoudelijker kunnen reageren op de vragen die hen waren voorgelegd.
Zo had het Hof in de PAS-zaak een serie prejudiciële vragen moeten beantwoorden, waar het Hof toen, aldus nog steeds de rechter, omheen is gaan draaien omdat niemand weet wat stikstof doet op de grond.”
Hier kom ik graag nog even op terug. Maar nog even dit stukje over Helsinki, volgens het STAB, afschrijven:
“Achter in de zaal hadden zes Chinese waarnemers druk mee zitten pennen tijdens de STAB-presentatie. Dalen Gilhuijs: “Ze bleven maar vragen stellen. Ik weet natuurlijk niet of ze er iets mee hebben gedaan, maar wie weet wordt STAB dadelijk gekopieerd in China.”
Vergeet het maar Sascha! De kans dat een STAB ‘uit stand’ wordt gekopieerd is puur hypothetisch. Dan zou een land namelijk eerst een rechtsgang moeten kopiëren die, in elk geval voor landen van de EU, sinds 23 oktober 1985 ondenkbaar is, maar die hier vanaf 1815 staande praktijk was: het Kroonberoep. (…) STAB is juist ontstaan dankzij het opdoeken van het Kroonberoep.
STAB is dus niet de uitkomst van een deterministisch proces waarbij de uitkomsten van tevoren bekend zijn, maar is het resultaat van een stochastisch proces van een reeks toevalstoestanden zonder causale verbanden, zonder sturing. Niettemin zou je elk land bij geschillen in de sfeer van het omgevingsrecht een voorziening als STAB toewensen.”
Na al deze toch ‘iewat zelfgenoegzame’ zelfbespiegelingen, is het dan nu misschien ook tijd voor wat kritische kanttekeningen, die, in het fraaie jubileumboek, opgeleukt door studenten fotografie van de kunstacademie, jammer genoeg helemaal niet kunnen gevonden.

“niemand weet wat stikstof doet op de grond.”
Om maar met de deur in huis te vallen. Ik geloof niet dat het Europese Hof een ‘Mr. Bean’ naar Helsinki heeft gestuurd om daar de verzamelde milieujuristen van de EU met zijn aanwezigheid lastig te vallen. Wanneer hier dus blijkbaar wordt gezegd door een vertegenwoordiger van het Hof: “het onbevredigend te vinden dat het Hof de partijen niet meer te beiden heeft dan procedurele antwoorden.” Dan komt dat aardig overeen met wat ik al eerder vaststelde bij bestudering van de uitspraak van het Hof inzake de PAS zaak ten aanzien van stikstof (zie link).
En dan wordt de uitspraak van onze Raad van State van 29 mei 2019 over de PAS, waarin de destijds geldende nationale stikstofbepalingen worden weggevaagd, vanwege de bepalingen in de Europese habitatrichtlijn (“we moeten wel van Europa”), erg moeilijk te begrijpen.
Het slechte gevoel wat me bij dit alles bekruipt heeft misschien ook te maken met het gegeven dat China ook zo vreselijk gecharmeerd was van ons STAB-model, waarom is dat toch?
Wat hierbij wel mee kan spelen is dan natuurlijk:
- Het STAB advies is onder strikte geheimhouding. Alleen de belanghebbenden zelf mogen dit advies inzien en hier eventueel op reageren.
- De STAB adviezen worden vrijwel altijd over genomen.
- Een organisatie als het STAB is het ideale vehikel voor het uitdragen van een gedeelde tunnelvisie! (of het beleidsstandpunt van een wat minder vriendelijke overheid)
Een ‘grote leider’ zou echt wel raad weten met zo’n ‘objectieve en onafhankelijke’ beoordelende instantie, die wordt betaald door de overheid.
Niemand weet wat stikstof doet op de grond, aldus de hoogste Europese rechter, maar vreemd genoeg denkt het STAB dat wel zeker te weten. Misschien werkt hier het befaamde stochastische proces nog even door, of heeft het ‘woest evolutionair proces’ voor bepaalde super-mutaties gezorgd, maar het blijkt dat het STAB hierover zelfs workshops geeft bij de rechtbanken:
“Hierbij geven onze deskundigen inzicht in een specifiek onderwerp, waarbij wordt ingezoomd op de vragen die mogelijk voorkomen in rechtszaken. De workshops bestaan over het algemeen uit een theoretisch deel en een werkvorm waarbij de deelnemers zelf aan de slag gaan met het onderwerp. Zo ook bij de workshop ‘stikstof’ bij de rechtbank Noord-Nederland in februari 2025, die zeer goed bezocht werd.” (https://stab.nl/2025/03/06/workshop-stikstof/)

Ik ben, vreemd genoeg, nog steeds niet uitgenodigd als gastdocent. Waarom zou dat toch zijn? –
Maar grappig is wel om op deze manier mee te krijgen dat ook onze rechters niets meer van de stikstofproblematiek begrijpen. Gelukkig zijn er dan nog “onze deskundigen” van het STAB.
Maar ik weet niet of het wel de bedoeling kan zijn dat deze deskundigen onze rechters dus bijleren over datgene waarover (en hoe) zij uiteindelijk moeten beslissen, vaak na een advies van dezelfde deskundigen.
Dit lijkt naar mijn mening eigenlijk weinig nog op voorlichting, maar wel heel veel op indoctrinatie, wanneer het STAB de enige gerechtelijke deskundige is op het gebied van milieu en ruimtelijke ordening (wat dus zo is).
Maar met dit alles wil ik dus helemaal niet zeggen dat het STAB niet zijn best doet om zo goed mogelijke adviezen te geven. Daarnaast is het, zo blijkt uit het jubileum-boek, juist een hele fijne organisatie, waarin veel van de werknemers van het eerste uur, die in dit boek op de gevoelige plaat zijn vastgelegd, ook nog voorkomen op de latere gevoelige platen.
Werknemers die jaren meegaan en gezamenlijk moeten beslissen over de meest complexe milieu- en ruimtelijke ordeningszaken.
Maar het is dus ook een ideale broedplaats voor tunnelvisies en een centralistische kijk op onze complexe ruimtelijke werkelijkheid.
Dat de zaal van het EUFJE stomverbaasd was na de introductie van onze Nederlandse polderwerkwijze, kan dus ook heel anders uitgelegd worden.
Een ‘objectief onderzoek’ ten behoeve van de rechter? Zou het echt zo zijn dat de Hollanders alle lessen van de wetenschapsfilosofie, die bijvoorbeeld Kuhn, Popper et al. hebben geleerd over de (niet-bestaande) objectiviteit, hebben vergeten?
Dat andersoortige manieren om ‘de werkelijkheid’ in beeld te brengen, of nieuwe inzichten te presenteren, die niet worden geaccepteerd door het STAB, bij de rechter dus al bij voorbaat nagenoeg kansloos zijn (zie link)?
Marc Chavannes schreef 23 juli 2020 voor ‘de Correspondent’ (naar aanleiding van ons beeld van ons buitenland) het volgende:
“Naast de afkeer die ik voel van de Nederlandse houding ten opzichte van de medelidstaten van de Europese Unie, overheerst misschien mijn huiver voor de monumentale naïviteit die ten grondslag ligt aan deze nonchalante gelijkhebberij. Die is niet van vandaag of gisteren.”

Het valt misschien nog net niet in de categorie waarbij het UNESCO wordt gevraagd om ons gezellige Sinterklaas- en Zwarte Pietfeest als immaterieel erfgoed te erkennen, maar de zelfgenoegzaamheid (ten aanzien) van het STAB, zoals weergegeven in de “Kroniek van een onmogelijke geschiedenis”, past moeiteloos in dit beeld.
Het nadeel wat andere landen klaarblijkelijk zouden hebben, met het inschakelen ‘onafhankelijke deskundigen’ die een eigen mening hebben (in een speelveld waarvan deze deskundigen deel uitmaken), weegt in deze culturen blijkbaar op tegen het feit, dat je eigenlijk al weet wat voor een advies je krijgt, wanneer een organisatie als het STAB ingeschakeld wordt.
Behalve in China, misschien… Rusland, in dat soort landen niet nee. En dus bij ons.
Inderdaad: Hoe bestaat het?