Boerenprotest en democratie

Waarom ik de discussies op TV over stikstof nog volg, is me eigenlijk een raadsel. Na het boerenprotest van gister moest ieder actualiteitenprogramma natuurlijk wel ‘iets’ doen over stikstof. Zo ook bij Op1.
De methode die in discussieprogramma’s op de televisie wordt gevolgd is helaas al jaren hetzelfde. De uitkomst ook. Alleen de toevallige opkomst van een BBB partij met mevrouw Van der Plas, maakt het dan nog enigszins draaglijk.
Het standaard scenario ziet er inmiddels zo uit: we zien een agrariër (in het geval van Op1 waren er zelfs twee (uiteraard fotogeniek, bekend van boer zoekt vrouw)) die probeert uit te leggen dat de boeren er alles aan doen. Ondersteund door een oppositiepoliticus, in dit geval (gelukkig) Van der Plas.
De twee jonge boeren met een toeschouwer die het (ook) somber inziet
Aan de nadere kant een politicus van de partij die het regeringsbeleid uitdraagt (De Groot van D66), begeleid door een hoogleraar Stikstof (Erisman, al meer dan dertig jaar gepokt en gemazzeld) die nog steeds niet getutoyeerd mag worden. En vervolgens volgt een regen feitelijkheden van de ‘stikstofprofessor’, waarvan de andere discussiepartners uiteraard geen flauw idee hebben. Die zijn daarvoor eigenlijk te druk bezig op hun eigen boerderij en het bedrijven van politiek.
In dit geval probeerde Van der Plas nog wat tegengas te geven, maar dan wordt het al snel te ingewikkeld en D66 komt weg met een pleidooi voor kringlooplandbouw. Hoe dat Europees- en ook economisch gezien en gelet op de huidige voedselcrisis nog ingepast zou kunnen worden, wordt verder ook niet besproken.
– Toch schattig, zo’n een klein boertje die streekproducten produceert en verder nog wat klust aan natuurbeheer, wat van D66 best betaald mag worden.-
Wat is er gebeurd met het trotse groene blok?
De argumenten van D66 en Erisman bij Op1 waren immers eigenlijk heel zwak: “We moeten van Europa.” Een continu mantra. Maar waarom wordt daar niets mee gedaan?

Slechtste jongetje van de klas

Het had gister zelfs nog een vervolg. Onze Minister van Stikstofzaken (Van der Wal) krijgt hierover naar eigen zeggen zelfs hele rare dingen te horen “van Europa”. Voor de camera vertelt ze op de vraag of ze heeft geprobeerd voor Nederland versoepelingen te regelen bij de Europese Unie:
“We zijn het slechtste jongetje van de klas als het gaat om de bescherming van natuurgebieden. Ik krijg te horen dat we ons huiswerk moeten doen. Europa gunt het ons niet, want we hebben ons niet aan de afspraken gehouden.”
Ging Van der Wal aan ‘Europa’ vragen of de agrarische sector alstublieft mag worden gespaard? Dat lijkt me toch nog iets voor een nationale regering. En aan welke afspraken wordt hier precies gerefereerd? Feit is dat we helemaal niets moeten van Europa ten aanzien van stikstof. We ‘moeten’ van de Raad van State.
In Duitsland (Ik ben niet te beroerd om in herhalingen te vervallen, zie link) heeft de Hoogste rechter, mede naar aanleiding van het Europese Hof over de Nederlandse PAS, nog in 2019 bepaald dat men alleen kan handhaven op niveaus die we ook kunnen meten. En dus is daar een grenswaarde van 300 gram stikstof, per hectare per jaar. De norm die in Duitsland reëel wordt geacht. Dat mag dus ook van Europa (de Nederlandse norm ligt bij 85 milligram per hectare), waardoor bij onze oosterburen heel veel en bij ons bijna niets meer kan. En vreemd genoeg doet de natuur het dáár best wel goed ook nog…
Toch raar dat Europa “ons niets meer gunt”, omdat we ons niet aan ‘de afspraken’ houden.
De afspraken gingen toch eigenlijk helemaal niet over stikstof maar over natuurbehoud? En daarin zijn we echt een heel slecht jongetje in de klas, dat klopt, maar eerder dank zij, dat ondanks al onze stikstofbeleidsinspanningen.
Ik heb het al eerder aangegeven. Door onze stikstoffixatie zijn we alle andere ‘drukfactoren’ uit het oog verloren. Maar dan gaat het wel over zaken die minstens zo belangrijk zijn als stikstof. Drukfactoren is in dit verband ook een misleidende term, omdat die los schijnt te staan van onze (volgens de Minister) onmisbare Kritische Depositie Waarden (KDW). Maar de KDW zijn ook (alleen maar) één drukfactor. Net zoals o.a. de Kritische grondwaterstand hoogte (KGH), Kritische Grondwaterstand belasting (KGB),  Kritische Organische Stof gehalte, Kritische Pesticide Waarden (KPW) en de Kritische Beheer Waarde (KBW) (Voor nadere uitleg zie link).
En zoals het slechtste jongetje van de klas betaamt. Hij excelleert in één vak (stikstofbeleid, al sinds 1987). Maar faalt hopeloos (bij gebrek aan interesse) in vrijwel alle andere vakken. Hij zorgt er zelfs voor dat degenen die actief met de KBW aan de slag zouden kunnen gaan (de boeren) zich totaal vervreemd voelen van alles wat ook maar met natuur te maken heeft.

Debatteren en waarheidsvinding

Maar dat alles moet je tijdens een debat wel wéten. En dat vraagt om professionele belangenbehartigers, die dat soort feiten ook op politiek niveau naar boven kunnen en ook willen brengen. Normaal gesproken zou dat de adviesafdeling van de Raad van State moeten zijn, maar al eerder is aangegeven dat deze instantie dat die misschien wel helemaal niet helemaal objectief is ten aanzien van stikstof (zie link).
Je moet iemand hebben die iets weet van de bovenstaande problematiek. Maar ook kan vertellen dat het argument, waarin wordt uitgewerkt dat 80% van de dier- en platensoorten in Nederland is verdwenen -Iets wat tijdens de discussie bij Op1 uiteraard aan stikstof wordt toegeschreven-  twee weken eerder bij de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit óók al was gebruikt. Maar toen in relatie met gewasbestrijdingsmiddelen (overigens een veel waarschijnlijker oorzaak)…
Waar zijn de professionele lobbyisten voor de Landbouw gebleven? Die waren er vroeger wel, ook in Nederland: Het Landbouwschap, samen met de Landbouwuniversiteit in Wageningen en het Ministerie van LNV, onmisbaar onderdeel van de fantastische groei van de agrarische sector in Nederland, na de Tweede Wereldoorlog.
Maar vanaf het moment dat plaatselijke en regionale boerenverenigingen LTO, ZLTO, LTO Noord, etc. meenden dat zij zelf wel (in de avonduren) de belangen van de agrarische sector konden behartigen, is het eigenlijk structureel mis gelopen. Dat heeft alles te maken met voor een dubbeltje op de eerste rang willen zitten en het heldendom van de Landbouwschap betalingsweigeraars (met dank aan Hendrik Koekoek van de Boerenpartij).
Maar feit is dat het na het instorten van het Landbouwschap, in gestaag tempo achteruit gegaan met de positie van de agrarische sector in Nederland.
Landbouwkwesties zijn anders dan die van de industrie, energiesector, bouwend Nederland, Natuur en Chemie. We kunnen nu concluderen dat het niet realistisch is om te verwachten van agrariërs, die sowieso al een drukke baan hebben, om ook nog even alle relevante wetgeving en  jurisprudentie, ook Europees, in de avonduren, te begrijpen, bij te houden en hierop te anticiperen door de politieke partijen actief voor te lichten.
Mijn mails naar ZLTO, CDA, VVD om ook eens naar een ander invalshoek te kijken, zijn onbeantwoord gebleven. Dat heeft waarschijnlijk niets met de goede bedoelingen van die partijen en instanties te maken, maar met een overvolle agenda, die maakt dat de tijd niet kan worden gevonden om mijn inmiddels omvangrijke (en misschien ook best wel ingewikkelde) bloginhoud te kijken en hierover zelfstandig een mening te kunnen vormen.
Dit alles maakt dat onze democratie een kwetsbaar geheel blijft. En niet alleen in relatie tot natuurbeheer. De regeringspartijen hebben de beschikking over duizenden universitair geschoolde ambtenaren, die voorlichting kunnen/ moeten geven over de politiek gewenste uitkomst. Dit terwijl de oppositiepartijen zelf maar moet bedenken hoe zij aan de relevante informatie kunnen komen, zonder enige (deskundige) ondersteuning.
Een dergelijke constructie maakt democratie (de uitwisseling van relevante feiten) in feite onmogelijk. Burgers kunnen worden geschoold in de politiek wenselijke uitkomsten, maar dat heeft weinig met waarheidsvinding uit te staan.
Dit maakt dat een vergadering van de vaste Tweede Kamer commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat de discussie (8 juni jl), tot een gezellig clubje van ongeveer 10 ‘deskundigen’. Waarin het zomaar ineens kan gaan over de smakelijkheid van spruitjes, terwijl tijdens deze vergadering eigenlijk wezenlijke zaken over de toepassing en het verbieden van gewasbeschermingsmiddelen aan de orde zijn.
https://www.agraaf.nl/artikel/397562-de-nieuwe-gezichten-in-de-landbouwcommissie-van-de-tweede-kamer/
Mevrouw Bromet (Groen Links) vond bijvoorbeeld het argument dat veel mensen het helemaal niet leuk vinden dat velden geel kleuren na bespuiting met glyfosfaat, wel afdoende om de stof te verbieden: “Heel veel mensen ergeren zich groen en geel aan die gele velden in het voorjaar. Afgelopen jaar, tussen 2019 en 2020, is het glyfosaatgebruik in Nederland met 20% toegenomen, met 20% in één jaar. Dat is onacceptabel voor GroenLinks. Daarover ligt er een aangenomen Kamermotie en ik vind het helemaal niet leuk om jarenlang op één gifstof te hameren, maar dat illustreert wel hoe taai de materie is en hoe groot de lobby is van degenen die heel rijk worden van deze bestrijdingsmiddelen.”
We gaan dus jaren hameren op het relatief vrij onschuldige glyfosfaat, en als een verbod niet lukt, dan ligt het aan de macht van de ‘gif-industrie’. Het idee dat het argument om de stof te verbieden misschien te kort schiet, komt blijkbaar niet eens bij haar op.
Tsja, en dat terwijl van de 238 bestrijdingsmiddelen die op de Nederlandse markt zijn toegelaten, er 130 zeer giftig zijn voor mens, oppervlaktewater, drinkwater, bijen, insecten en de bodem. In onze Nederlandse kassen mogen nog steeds de meest schadelijke neo-nicotinoïden gebruikt worden, die dus hoogstwaarschijnlijk ook nog in mijn komkommers en tomaten zitten.
Hoezo: ‘het slechtst presterende jongetje van de klas?’ Mag het allemaal iets professioneler? Mogen ook eens ‘andere landbouwdeskundigen’ aan het woord? Het zou toch mooi zijn wanneer een professor Erisman in een discussieprogramma eindelijk eens niet als ‘Het Orakel’ wordt gepresenteerd, maar wetenschappelijk wordt ondervraagd over datgene wat eergister maar weer eens voor zoete koek werd geslikt bij de nationale TV-zender.
Een leuk vervolg op dit alles kwam overigens gister ook nog aan de orde tijdens het stikstofdebat in de Tweede Kamer. Volgens Klaver mag je helemaal niet de ideeën van wetenschappers ter discussie stellen, want dan “kom je aan de integriteit van de wetenschapper” in kwestie. En dat mag niet, dat is vergif, wat er wat er voor zorgt dat die wetenschappers dadelijk nog bedreigd gaan worden.
Het idee alleen al dat een integere wetenschapper er wel eens naast kan zitten? Hoe is het mogelijk dat een weldenkend mens dit zelfs maar durft te denken? Eergevoel bij een wetenschapper die de uitkomst van experimenten en wetenschappelijke literatuur naar zijn eigen ideeën buigt? Zou het kunnen bestaan?
Overigens hulde aan Van der Plas die zich (opnieuw) briljant uit haar netelige positie redde.
Graag verwijs ik Klaver naar een aantal van mijn blogs (zie link, link en link). En als je mij dan niet gelooft, kijk dan eens naar het recente science artikel van onze eigen Eric-Jan Wagenmakers (zie link). Maar hij zal wel geen tijd hebben, vrees ik…

Geplaatst

in

door

Tags: