Mevrouw Bromet (Groen Links) vond bijvoorbeeld het argument dat veel mensen het helemaal niet leuk vinden dat velden geel kleuren na bespuiting met glyfosfaat, wel afdoende om de stof te verbieden: “Heel veel mensen ergeren zich groen en geel aan die gele velden in het voorjaar. Afgelopen jaar, tussen 2019 en 2020, is het glyfosaatgebruik in Nederland met 20% toegenomen, met 20% in één jaar. Dat is onacceptabel voor GroenLinks. Daarover ligt er een aangenomen Kamermotie en ik vind het helemaal niet leuk om jarenlang op één gifstof te hameren, maar dat illustreert wel hoe taai de materie is en hoe groot de lobby is van degenen die heel rijk worden van deze bestrijdingsmiddelen.”
We gaan dus jaren hameren op het relatief vrij onschuldige glyfosfaat, en als een verbod niet lukt, dan ligt het aan de macht van de ‘gif-industrie’. Het idee dat het argument om de stof te verbieden misschien te kort schiet, komt blijkbaar niet eens bij haar op.
Tsja, en dat terwijl van de 238 bestrijdingsmiddelen die op de Nederlandse markt zijn toegelaten, er 130 zeer giftig zijn voor mens, oppervlaktewater, drinkwater, bijen, insecten en de bodem. In onze Nederlandse kassen mogen nog steeds de meest schadelijke neo-nicotinoïden gebruikt worden, die dus hoogstwaarschijnlijk ook nog in mijn komkommers en tomaten zitten.
Hoezo: ‘het slechtst presterende jongetje van de klas?’ Mag het allemaal iets professioneler? Mogen ook eens ‘andere landbouwdeskundigen’ aan het woord? Het zou toch mooi zijn wanneer een professor Erisman in een discussieprogramma eindelijk eens niet als ‘Het Orakel’ wordt gepresenteerd, maar wetenschappelijk wordt ondervraagd over datgene wat eergister maar weer eens voor zoete koek werd geslikt bij de nationale TV-zender.