Dit alles vraagt om een andere politieke manier van denken. De huidige (ongewilde) crisis toont aan volgens mij aan dat we de toetsing van internationale overeenkomsten misschien niet langer moeten toebedelen aan de Rechterlijke macht/ Raad van State, zoals in het wetsvoorstel van Taverne wordt voorgesteld. Een ander, en wellicht aanvullend idee, is om dergelijke, mogelijk verstrekkende, overeenkomsten, niet meer af te sluiten voordat de inhoudelijke wetenschappelijke toetsing van het betreffende vraagstuk, is afgestemd met de ‘andere relevante maatschappelijke kaders’.
We hebben afgesproken dat we milieuvraagstukken Europees ter hand nemen en daar zit een duidelijke, voor ieder te volgen logica achter. Maar dan kan dat dus níet betekenen dat in het ene land alles kan en in het andere land niets meer, vanwege een landelijk vast te stellen juridische interpretatie van een wetenschappelijk feit.
Een wezenlijke vraag die beantwoordt had moeten worden, voordat we de habitat-richtlijn mede gingen ondertekenen, was dan geweest: Kan een bijdrage van 0,01 mol/ha een significant effect teweeg brengen, ook wanneer een dergelijk gebied qua stikstof al is overbelast?
Een andere meer fundamentele vraag is natuurlijk; wanneer is een gebied überhaupt overbelast? Zoals hierboven al aangegeven: de in de jaren negentig uitgevoerde ‘wetenschappelijke vastgestelde kritische depositie waarden’ (KDW) zijn dringend toe aan een herziening. Ook een wetenschappelijke toetsing van het Aerius-model, voor zover deze fors afwijkt van satelliet meetdata, zou hier nog een punt van aandacht kunnen zijn, maar goed, ik wil niet al te zeer in herhalingen vervallen…
Milieuproblematiek is lastig, maar heeft ook consequenties en voordat we in Europees verband verdragen worden ondertekend, moet je wel weten wat deze consequenties zijn.
De wijze waarop bijvoorbeeld de Staatssecretaris Heijnen (IenW), reageert aan de Europese Commissie, als beste meisje van de klas, over de Nederlandse bijdrage aan de Europese herziening van de luchtkwaliteitsnormen, doet in dit kader ook het ergste vermoeden.