Stikstof en de tegenwind

Ik was het niet van plan, maar de ontwikkelingen van vandaag en gisteren geven toch aanleiding tot een kleine epiloog op mijn eerdere stikstofbijdragen over het nieuwe stikstofbeleid, zoals dat gisteren werd gepresenteerd door Minister Van der Wal.
Allereerst is er wat duidelijk geworden over de Gordiaanse knoop waar ik het eerder over had (zie link). De stikstofdoelstellingen die door de Minister zijn gepresenteerd vallen onder de vlag van het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG). Dat is alvast meegenomen. Je weet waar je het over hebt.
De grote verrassing van de gepresenteerde stikstofmaatregelen was voor mij dan ook niet de uitkomst van plannen van de Minister. Dat was al eerder duidelijk gemaakt door die vervelende ‘lekkende ambtenaren’. En Van der Wal had nu eenmaal te maken met de erfenis van Schouten: de Stikstofwet, waarin draconische maatregelen verplicht werden gesteld om: “de woningbouw te redden”.
Verrassender was voor mij de reactie van de Natuurorganisaties, die volgens Nu.nl zo blij waren met de maatregelen die de Minister aankondigde. Wereld Natuur Fonds, Natuur en Milieufederaties en Vogelbescherming Nederland roepen volgens Nu.nl “minister Christianne van der Wal (Natuur en Stikstof) op “snel werk te maken” van de uitvoering van haar plannen.”
Bovengenoemde natuurorganisaties zijn dus blij met de plannen. Ook Natuur & Milieu en Natuurmonumenten scharen zich erachter, volgens Nu.nl. (zie link)
Volgens de organisaties zijn de nu gemaakte keuzes “pijnlijk, maar noodzakelijk om de natuur te herstellen en de landbouw een duurzaam perspectief te bieden”. Ook zeggen de organisaties dat herstel van de natuur “niet langer kan wachten.”
‘Plannen zijn noodzakelijk om tij te keren’
“Als gevolg van een overmaat aan stikstof hangt het voortbestaan van veel soorten planten en dieren, zoals de tapuit en de kleine heivlinder, aan een zijden draad. Met de doelen om de stikstofuitstoot fors terug te dringen zet de minister een duidelijke stap naar een structurele oplossing”, aldus de natuurorganisaties.
Natuur & Milieu en Natuurmonumenten zeggen zich er ook bewust van te zijn dat de plannen “voor boeren en andere grote uitstoters in en om de kwetsbare gebieden heel ingrijpend zijn”. Maar zij geven net als de andere milieuorganisaties aan dat “de plannen noodzakelijk zijn om het tij nog te keren”.
Nu is het goed om te horen dat de betrokkenen mijn blog over de Tapuit en Heivlinder misschien hebben gelezen (zie link), maar helaas, blijkbaar niet zo heel goed.
Daarnaast is het overigens niet Minister Van der Wal die haast moet maken met de uitvoering van haar plannen. Dat mogen de Provincies doen (net voor de verkiezingen voor Provinciale Staten). Maar dit terzijde.
Maar voor mij is de stellingname van de Natuurorganisaties onbegrijpelijk. Zeker die van Natuurmonumenten, die als terreinbeheerder van talrijke prachtige natuurgebieden in Nederland, zich toch beter op de vlakte zou kunnen houden wanneer je weet (en Natuurmonumenten zou dat moeten weten) dat de enige hoop op structurele verbetering van de kwetsbare (half-) natuurgebieden onder haar beheer, is gelegen bij de beroepsgroep die ze (opnieuw) in de kou laat staan.
Natuur is duur. En dat weet men bij Natuurmonumenten. Het beheer van de natuurgebieden als blauwgraslanden, stroomdalgraslanden, heide, etc. (halfnatuur volgens niemand minder dan Victor Westhoff) kan niet zonder (dure) ingrepen van de natuurbeheerder.
En dan kun je wachten tot de stikstof achtergrond-depositie, maar ook aanvoer van bemestende grondwaterstromen vanuit de meestal agrarische omgeving, het niveau van de Russische Toendra hebben bereikt (en ondertussen niet vergeten om de ganzen op het gebied met hand en tand te weren). Maar je had ook kunnen proberen om met de landbouwsector (naburige boeren) een convenant af te sluiten om, tegen een (zeker: relatief) geringe vergoeding, de kwetsbare graslanden te maaien, om zodoende overtollig stikstof af te voeren (zoals het eeuwen voorheen ook ging).
De eerdere beleidsoptie (zie link) is helaas blijkbaar vergeten.
Maar nee, uiteindelijk gaat Natuurmonumenten toch voor de Toendra-optie. Het Duitse model (zie link) is hier natuurlijk onbespreekbaar.
Politiek zeer verantwoord, maar voor mij is het duidelijk dat de natuur, in beheer bij Natuurmonumenten, hier nu niet echt mee wordt geholpen.
Misschien is het geen toeval dat de ledenaantallen bij Natuurmonumenten kelderen (van 975.000 (2001) naar 761.000 in 2020). Misschien is het ook een idee voor de boeren om zich hier aan te melden voor een interne koersverandering?
De koers van de VVD is in ieder geval minder duidelijk geworden. De handtekeningenactie van o.a. de onvolprezen Willemien Meeuwissen moet hier de betrokken bewindspersonen toch stof tot nadenken geven.

25 miljard!!!!

Vanuit een ander perspectief bekeken. Wat er nu voor de Nederlandse natuur gebeurd is ongekend! We (wij in Nederland) zijn bereid om 25 miljard euro te betalen om de teloorgang van de Nederlandse natuur tegen te gaan. Dit is eigenlijk een fantastische ommekeer.
Maar ik snap dus niet waarom we die 25 miljard gaan besteden aan boeren die in de nabijheid van de Veluwe hun bedrijf uitoefenen waar, volgens Staatsbosbeheer zelf (zie link) 2/3 van onze bossen multifunctioneel zijn, waar dus natuur, recreatie en houtoogst samenkomen. Slechts 1/3 van deze bossen zijn natuurbossen, waar de natuurlijke ontwikkeling voorop staat.
Maar: wat wint de natuur van Nederland nu eigenlijk met het uitkopen van een boer (voor ettelijke miljoenen) op één kilometer van een productiebos?
Hieronder is de kaart van het Ministerie waar de kwetsbare natuur moet worden beschermd. Deze kaart is dus binnen twee weken in elkaar gestoken en best mooi geworden met allerlei kleurtjes en zo.
Maar je kon natuurlijk ook al twee weken geleden zien aankomen dat de kaart er ongeveer zou gaan uitzien (zie link) als die uiteindelijk is geworden. Een gemiste kans dus. De kaart geeft namelijk aanleiding tot talloze van dit soort vragen:
Wat wint de natuur van Nederland om boeren weg te kopen bij het duinengebied waar de stikstofdepositie wel heel erg laag is?
Waarom moeten ook de boeren in de nabijheid van de Rijntakken weg (ook 95% reductie) terwijl de natuurgebieden in de uiterwaarden in de winterperiode (maar ook steeds vaker ‘s zomers) massaal worden bezocht door ganzen die véél meer stikstof deponeren op de hier beschermde uiterwaarden dan de boeren ooit voor elkaar kunnen krijgen? (zie link) Hoe zit het met de boeren in de nabijheid van het Fochterloerveen?
Dat Groningen in dit verhaal eens een keertje wordt ontzien voelt wel als een beetje gerechtigheid…
Boerenbedrijven zullen dus massaal worden opgekocht voor meerdere miljoenen per bedrijf, die gemiddeld slechts enkele molen ammoniak op deze gebieden deponeren, terwijl een flinke maaibeurt van een “kwetsbaar natuurgebied”, voor een fractie van dit bedrag, al snel 50 kg stikstof per jaar (3571 mol per ha per jaar) oplevert. (zie link)
Iets wat voor een natuurbeschermende organisatie (enkele duizenden per jaar) onbetaalbaar is, maar voor de plannen van de Minister minder dan peanuts is.
Geef desnoods Natuurmonumenten per afdeling een gratis tractor en maaiwerktuigen; regel een loonwerker en de natuur zal floreren als nooit tevoren. Steek die overige 24 miljard in de zak, die kunnen we ooit nog wel eens nodig hebben.
Pas vervolgens de Wet natuurbescherming aan (toename van depositie allen mogelijk indien maatregelen worden getroffen om dit te compenseren + 25% milieuwinst) en iedereen is blij.
Behalve de meest fanatieke “natuurbeschermers” en de postcodeloterij uiteraard. Maar ik weet niet of we ons daaraan heel veel gelegen moeten laten liggen. Die hebben inmiddels toch wel genoeg publicitaire bijval gekregen?
Het is in ieder geval wel fijn dat Staatsbosbeheer zich blijkbaar onttrekt aan alle opgewonden gedoe…

Geplaatst

in

door

Tags: