Hoewel de buitenlandse pers (zoals ik in mijn blog van eergister al stelde), in zijn algemeenheid geen flauw idee heeft waarom de boerenonrust in Nederland heerst: Iets met het klimaat of zo? Zijn er soms toch best rake analyses.
Flat White van de Australische “Spectator” Heeft bijvoorbeeld wél de moeite genomen om zich wat in te lezen in de Nederlandse problematiek, in zijn artikel: ‘How the ‘green’ EU starves the world’.
Hij begreep het natuurlijk niet helemaal: “Dutch farmers – who sit as the second-largest agricultural exporter in the world and largest meat exporter in Europe – have brought the Netherlands to a standstill, protesting against Climate Change regulations.”
Maar er kwamen toch verassende zaken aan bod. White was geïnteresseerd geraakt omdat de Australische Minister President Anthony Albanese openlijk flirt met de Europese Unie en daarbij naar alle waarschijnlijkheid gaat voldoen aan alle Europese Eisen. Maar White waarschuwt:
“Nations are not equal, and neither are their emissions. The Netherlands and Australia are both criticised by the United Nations for ‘higher than average emissions per capita’ when the calculation (if you are going to do it) should be based on how many people are being fed. Attempting to homogenise environmental targets will achieve only one thing: global starvation.”
De situatie in Nederland wordt even bondig samengevat:
“The newly elected government has set up a 55-60 per cent emissions goal by 2030, 70 per cent by 2035, and 80 per cent at 2040. To meet these arbitrary climate targets, they have created a self-inflicted disaster that will see the government drag its agricultural sector up the temple stairs, tear it to bits, and let whatever bloody stumps are left to tumble down the steps for the pleasure of the United Nations climate gods.
Farms which have been feeding the world for hundreds of years are going to be unceremoniously shut and their owners ruined because a couple of bureaucrats decided they didn’t like the nitrogen and ammonia emissions produced by growing food. Their assumption is based on the idea that every country has to present equal emissions to prove they are ‘saving the planet’. It only takes a few moments to realise that the underlying premise is false. A net food producer must have higher nitrogen and ammonia outputs than a nation that doesn’t grow anything. (…)
Curiously, although they are desperately worried about native birds, the government is calling for a rapid expansion in bird-mincing wind turbines. (…)
The press have attempted to demonise farmers for defying the EU’s virtuous green push – but the Dutch people aren’t listening, with support for farmers still over 75 per cent.
‘[This] will have an enormous impact on farmers. This sector will change, but unfortunately there’s no choice, we have to bring down nitrogen emissions,’ said Prime Minister Mark Rutte, forgetting that as Prime Minister he absolutely does have a choice.
Seeing the nation clogged with 40,000 farmers wielding tractors and heavy equipment, the Prime Minister added:
‘Freedom of speech and the right to demonstrate are a vital part of our democratic society, and I will always defend them. But … it is not acceptable to create dangerous situations, it is not acceptable to intimidate officials, we will never accept that.’
It’s the old Canadian line from last year. ‘We respect your right to protest – unless we don’t like what you’re protesting about…’
White is natuurlijk niet op de hoogte van de positie van het bestuursrecht in Nederland (zie link), wat de hulpeloosheid die Rutte uitstraalt verklaart, maar ook dat geeft natuurlijk te denken…
Gelukkig is het hier beter
Over mijn opmerking dat de buitenlandse pers geen flauw benul heeft over wat nu precies de oorzaak is van onze ‘stikstofcrisis’, daarover moet ik toch wat genuanceerder zijn. Dat geldt natuurlijk ook voor het grootste deel van de Nederlandse pers. Afgezien van een interessant verhaal in de Groene’ over het wel en wee van de korstmossen in Nederland (opgestuurd door een van de lezers, dank daarvoor), is het forse journalistieke armoede.
Op basis van een interview met korstmos-onderzoeker (lichenoloog) Van Herk, meende De Groene te kunnen concluderen dat Nederland onder de dikste ammoniakdeken op aarde lag, leuke stukjes uit het artikel: “Dat stikstof – met name in de vorm van ammoniak – een toenemend probleem was, ontdekten lichenologen al in de jaren tachtig, toen ze bezig waren met een netwerk van meetpunten. ‘Veel boeren stapten van vaste mest met stro over op drijfmest, waar veel meer ammoniak bij vrijkomt. Korstmossen bleken daarop te reageren, ontdekten mijn voorgangers in 1984 in de Gelderse Vallei. De overheid erkende het probleem toen nog niet, maar stikstofminnende korstmossen breidden zich uit en stikstofmijdende soorten verdwenen.’
Dat is dus een probleem? De boom die in het sfeerbeeld over de lichentologie werd onderzocht door Van Herk, telde ongeveer 25 soorten korstmos. Is dat veel? Mogen alleen stikstofmijdende soorten op die bomen zitten? In het artikel zitten veel oncontroleerbare meningen van Van Herk, maar om echt een beeld van ‘een problematiek’ te kunnen schetsen, was het toch aardig geweest om wat meer achtergrondinformatie te bieden. Ik denk dat de meeste lezers niet veel weten van korstmossen. En dan is het toch vervelend om de claim van Van Herk als bewijs te poneren voor de dikke ammoniakdeken boven Nederland. Ik heb dan toch nog steeds meer met satellietbeelden/ onderzoeken die een ander verhaal vertellen (zie link).
Zo wordt verslag gedaan van een onderzoek uit 1997, naar de gevoeligheid van korstmossen voor stikstof: “Het verband was heel sterk. Al bij heel lage luchtconcentraties, twee microgram per kuub, verschijnen de eerste ammoniakminaars.’ Het is geen verassing dat korstmossen gevoelig zijn voor stikstof. Maar ik hoop niet dat we van De Groene nu moeten gaan streven naar dit soort achtergrondniveaus? Dit halen we zelfs niet in Groenland.
Overigens was ik blij om te lezen dat er überhaupt nog zoveel korstmossen in Nederland te vinden zijn. In het rapport met de ronkende titel “Ammoniak: de feiten”, van het Informatie en kenniscentrum landbouw en het RIVM uit 1995 (er zijn al eerder stikstof crises geweest), wordt immers nog opgemerkt: “Een van de meer zichtbare verandering is de zogenaamde verruiging van de ondergroei in bossen. Dit betekent dat snelgroeiende, stikstofminnende soorten, zoals grassen, brandnetels en braamstruiken in de ondergroei gaan overheersen. Korstmossen daarentegen zijn vrijwel verdwenen.”
Dat was dus eigenlijk geen feit, blijkbaar. Ook leuk is dat de grassen, brandnetels en bramen in 1995 alleen nog in de bossen als probleem werden gezien, maar had dat eigenlijk wel met stikstofdepositie te maken? (zie link)
Over de dunne lijn tussen onbekwaamheid en propaganda
Een voorlopig hoogtepunt van de berichtgeving over stikstof te vinden op nu.nl. In een poging nu toch eindelijk eens en voor altijd duidelijkheid te krijgen over die vermaledijde stikstof, heeft het immer objectieve nu.nl als NUcheckt eens kritisch gekeken naar de stikstofclaims van de boeren. Als u het nog eens wilt lezen, zie link.
het gaat om flyers van #trotsopdeboer, zonder al te veel wetenschappelijke pretenties, maar NUcheckt en dat is natuurlijk aardig om te checken…
Nucheckt-check
Allereerst wordt ingezoomd op de claim dat ammoniak (NH3) geen gif is, maar stikstofoxide (NOx) wel. NUcheckt weet het eigenlijk niet maar geeft als conclusie: “Het klopt dat ammoniak op zich niet per se schadelijk hoeft te zijn voor de natuur. Natuurlijke stikstofverbindingen komen voor in de bodem en zijn belangrijke voedingsstoffen voor planten. Het probleem ontstaat wanneer door activiteiten van de mens te veel stikstof aanwezig is. Dat kan leiden tot verzuring van de bodem en draagt ook bij aan het broeikaseffect, wat zeer schadelijk is voor het milieu.”
Ik heb het wel even nagetrokken in het rvs-zoeksysteem en de stikstofoxiden zijn inderdaad ongeveer 10 keer giftiger dan ammoniak. En dat antwoord; nou ja, over verzuring heb ik inmiddels genoeg geschreven (zie link), maar, het broeikas-effect, zou dat er dan toch iets mee te maken hebben, omdat de buitenlandse pers daar steeds over schrijft? Nee dus…
We moeten van Europa
Vervolgens is dit wel een leuk stukje:
“In de flyer staat ook dat de Europees overeengekomen doelen niet over stikstof gaan, maar over de “instandhouding van natuur”. Hoewel het behoud van natuur inderdaad het uiteindelijke doel is, is ook de Europese Unie het erover eens dat stikstof “in hoge concentraties schadelijk is voor mens en milieu”. Het beperken van de stikstofuitstoot is een belangrijk onderdeel van het in stand houden van de natuur.
Door die laatste zin lijkt het alsof die erbij hoort, maar waar heeft Nucheckt dat gelezen (toevallig de nitraat richtlijn)? En om welke concentraties gaat het dan? Gelukkig wordt wel geconcludeerd: “Voor alle Natura 2000-gebieden in de EU geldt dat de natuur daar in ieder geval niet achteruit mag gaan.”
Ik mag hieruit afleiden dat de boeren in dit stukje gewoon gelijk hadden?
Het gaat verder: “In Nederland, maar bijvoorbeeld ook in België, bedreigt schadelijke stikstof veel Natura 2000-gebieden. Schadelijke stikstof zorgt ervoor dat bramen, brandnetels en grassen kwetsbare natuur overwoekeren.”
Nee hoor, schadelijk nalaten van het beheer, schadelijke grondwaterstanden, schadelijke beplanting, schadelijke organische stof in de bodem, schadelijke ganzen, etc. etc. zorgen hiervoor. Er is geen schadelijke stikstof, er zijn wel schadelijke concentraties, maar die kunnen velerlei oorzaken hebben. (zie link)
Stikstofdoelen
“In de flyer staat dat de stikstofdoelen in Nederland veel strenger zijn dan in bijvoorbeeld Duitsland en Denemarken. Een directe vergelijking tussen landen is echter scheef, omdat de omstandigheden in landen verschillen. Al in 2008 concludeerde een taskforce, die was aangesteld door het ministerie van Landbouw, dat Nederland bij het beschermen van natuur niet strenger voor zichzelf is geweest dan andere landen.
Wel schreef de taskforce dat de hoge bevolkings- en veedichtheid ervoor zorgen dat de Natura 2000-gebieden in Nederland zwaarder worden belast met schadelijke stikstof. Hierdoor is het moeilijker om de natuur niet achteruit te laten gaan en knellen de Europese regels sneller in Nederland dan in andere landen.”
Nu was dat in 2008 (konden ze echt niks recenters vinden?) misschien ook wel zo. Maar de situatie in 2022 is helaas niet meer te vergelijken met die van 2008. De stikstofnorm in Duitsland heeft betrekking op een depositie van 300 gram per hectare per jaar. Die van Nederland heeft betrekking op 85 milligram per hectare per jaar. Voor snelle rekenaars, die norm is iets meer dan 3.500 maal zo soepel. Daarom kan in Nederland niets, zelfs geen huizenbouw, meer. En in Duitsland wel.
Het is me dus eigenlijk een raadsel waarom je fact gaat checken als je niet eens de moeite neemt om je van de feiten op de hoogte te stellen…
Metingen
“Het stikstofbeleid van het kabinet is mede gebaseerd op de metingen van het RIVM. Die worden al langer in twijfel getrokken door boeren, en dat gebeurt ook in de flyer. Zo wordt er gesteld dat het RIVM “halsstarrig” blijft vasthouden aan modelberekeningen die zouden afwijken van de realiteit.”
Hierop heeft NUcheckt wel iets te zeggen:
“Het RIVM onderhoudt vijf verschillende meetnetwerken, die op bijna 150 locaties metingen van stikstofoxiden of ammoniak in de lucht, de neerslag en de bodem uitvoeren. Deze metingen worden uitgevoerd om te controleren of de stikstofberekeningen overeenkomen met de praktijk. Die berekeningen komen uit modellen, waarbij schattingen van de stikstofuitstoot worden gemaakt op basis van industriële en agrarische activiteit.
Als de modellen en metingen dezelfde cijfers opleveren, dan beschouwt het RIVM de stikstofcijfers als voldoende betrouwbaar. Het Adviescollege Meten en Berekenen Stikstof concludeerde in 2020 al dat de metingen en berekeningen van het RIVM “voldoende tot goed” zijn.
Het RIVM heeft als wetenschappelijk instituut geen direct belang bij de onderzoeksuitkomsten. Om te voorkomen dat er een conflict bestaat tussen de wetenschappelijke integriteit van het RIVM en overheidsbelangen bestaat sinds 1996 de zogeheten Wet op het RIVM. Daarin staat dat het RIVM onderzoeksresultaten altijd publiceert zonder tussenkomst van een opdrachtgever. In die zin is de onafhankelijkheid van het RIVM bij wet gewaarborgd.
Dat de boeren de metingen van het RIVM in twijfel (willen) trekken, is begrijpelijk, maar niet objectief. Zoals emeritus hoogleraar Leen Hordijk, voorzitter van het Adviescollege Meten en Berekenen Stikstof, eerder al tegen NU.nl zei: “Belangengroepen die hun gelijk niet meer kunnen krijgen, proberen duidelijke wetenschappelijke resultaten te ontkrachten.”
Maar wat deskundigen “voldoende tot goede modellen” vinden is iets anders dan wat er vervolgens met die modellen wordt gedaan. Het is het eerste waar Nu.nl op hint en het laatste waar de boer zich (begrijpelijkerwijs) op richt.
Natuurlijk is er een duidelijke discrepantie tussen het modelresultaat en de satelliet metingen (zie link). Maar veel belangrijker dan dat, is dat diverse deskundigen, o.a. de commissie Hordijk zelf, hebben aangegeven dat het Aerius model eigenlijk niet geschikt is voor de wijze waarop het nu wordt gebruikt. Namelijk voor vergunningverlening (zie link). Eigenlijk kun je dus niet stellen dat de claim klopt, of niet.
Export
In de flyer wordt ook ingegaan op de Nederlandse export van producten: In de flyer worden de vragen gesteld wat Nederland doet als andere landen alleen produceren voor eigen gebruik (“waar haalt u dan straks uw brood?”), en of het niet egoïstisch zou zijn als Nederland geen voedsel meer exporteert.”
Daarover weten de factcheckers meer, want dit is al eerder bekeken. Het antwoord op de laatste vraag is: “Van beide gevallen is geen enkele sprake. Nederland en onze handelspartners zijn en blijven van elkaar afhankelijk.”
Tsja, dat gold ook voor Duitsland en Rusland inzake gas, maar dat was de vraag niet…
Ook wordt hierover nog opgemerkt: “Het overgrote gedeelte van de productie (70 procent) wordt naar het buitenland geëxporteerd. Aan de andere kant importeert Nederland ook veel voedsel uit andere landen. Sterker nog, ruim 80 procent van het land dat nodig is om aan de Nederlandse consumptie te voldoen, ligt in het buitenland. Nederland heeft genoeg landbouwgrond om de eigen bevolking te voeden, alleen ligt die grond grotendeels buiten onze eigen landsgrenzen.”
Nou, dat laatste weet ik niet hoor… Maar misschien is het voor de fact-checkers leerzaam om de ontwikkeling van de opstanden in Sri Lanka nog eens door te lezen.
Stoppen?
Maar Nu.nl heeft ook nog een menselijke kant, zo blijkt:
“Boeren zijn vooral bezorgd dat de stikstofplannen ervoor zorgen dat velen van hen helemaal moeten stoppen met hun werkzaamheden en dus hun baan kwijtraken. Dat blijkt ook uit de tekst in de flyer.
Zoals NU.nl eerder uitlegde, zijn er ook andere opties voor boeren om minder stikstof uit te stoten dan om helemaal te stoppen. Minder boeren betekent uiteraard minder stikstofuitstoot, maar het is absoluut niet noodzakelijk (en dus ook geen doel van het beleid) om álle boeren te laten stoppen. Boeren die wel bereid zijn te stoppen, krijgen daar een compensatie voor. Dat proces wordt het uitkopen van boeren genoemd. Dat gaat altijd op vrijwillige basis; boeren kunnen niet gedwongen worden zich te laten uitkopen.
Boeren die niet willen stoppen en zich niet willen laten uitkopen, kunnen aanpassingen doen aan de manier waarop zij werken. Zo kunnen ze hun dieren minder eiwit voeren, mest verdunnen met water, koeien vaker in de wei (in plaats van de stal) zetten en de hoeveelheid jongvee verminderen.”
Ik vermoed dat de factcheckers hierover een praatje met Derk Boswijk hebben gehouden. (zie link)
Ook bij 95% reductie ziet Derk nog volop kansen voor de boeren, maar ja, dat moet je dan natuurlijk wel aan de provincies overlaten, want die weten wat er zoal mogelijk is in de regio. Misschien is het wel goed om hierbij rekening te houden met het gegeven dat hij vorig jaar op 32 jarige leeftijd als landbouwspecialist naar voren geschoven zonder enige relevante ervaring of scholing op dit gebied. Inhoudelijke deskundigheid is volgens Hoekstra binnen het CDA alleen maar lastig, omdat meeregeren het allerbelangrijkste is; hoezo ook nog een eigen mening hebben? Daar hebben we toch ambtenaren en rechters voor?
Boswijk dacht vorig jaar nog in het CDA visiedocument dat de doelen van de stikstofwet (een halvering van de huidige stikstofbelasting vóór 2035) wat haar betreft nog wel vijf jaar eerder gehaald mogen worden.
Het waren profetische woorden: “krimp van de veestapel is ‘geen doel op zich, maar wel onvermijdelijk’. Als ons plan wordt overgenomen, denk ik dat de veestapel vanzelf gaat krimpen. Daar ben ik van overtuigd. Maar wél op een manier die perspectief biedt voor boeren. Het CDA blijft tegen het gedwongen uitkopen van agrariërs.”
Het zou fijn zijn als Boswijk en Nucheckt ook eens de financiële consequenties van de uit de losse pols geschudde maatregelen voor een individueel bedrijf zouden willen doorrekenen. We mogen concluderen dat de NUcheck een beetje wat wegheeft van “feitenvrij gekakel van de pers”. Alleen heeft een voortdurende herhaling hiervan, die toevalligerwijze in lijn is met een discutabel regeringsstandpunt, wel een naam: Propaganda. Het is toch op zijn minst vreemd dat ‘Journalistiek Nederland’ en masse wegloopt met een regeringsstandpunt wat nergens ter wereld wordt gedeeld, de overheid miljarden zal gaan kosten, de economie op meerdere fronten ernstig zal ontwrichten, terwijl de inhoudelijke kennis van het onderwerp in kwestie op een wel heel laag pitje staat. Het zou natuurlijk kunnen dat we in Nederland alleen een hele dociele pers hebben die de overheid op haar woord gelooft als wordt beweerd dat woningbouw (volksbelang nr. 1 blijkbaar) alleen mogelijk is wanneer stikstof wordt gereduceerd. Maar het is toch ook de taak van de pers om hierover kritische vragen te stellen, zoals ik heb gedaan in mijn blog over de structuur van het bestuursrecht in Nederland (zie link)?
Misschien is het goed als de regering ter voorlichting aan het journaille door het RIVM en het Ministerie van Stikstof weer eens een brochure laat maken: “Stikstof: de feiten”. Kunnen we over 25 jaar weer eens lachen.